Auto's die je wel graag wilt, maar net te duur zijn voor wat je krijgt
Heel zelden kan een auto je nog eens verrassen met zijn betaalbaarheid; daarvan maakten we afgelopen week een mooi lijstje. Maar er zijn ook auto’s die inmiddels op leeftijd beginnen te raken, die je gevoelsmatig nu wel op de kop zou moeten kunnen tikken, maar die toch net te duur blijven. Ook al zijn het geen BMW M3’s of andere iconen.
Abarth Punto Evo
De Punto is zo’n drie miljoen jaar in productie geweest. De naam ‘Grande Punto’ was een soort opplaksnor waarmee hij iedereen tevergeefs probeerde te overtuigen dat hij ‘heus niet de Punto was die je al kende’. Maar de echte Punto met een snor, die wil je wel. De Abarth Punto Evo herken je aan zijn zwarte gezichtsbeharing en strepen op de zijkant.
Alfa Romeo 159 TBi
Dit is een grappige. Zoek je een diesel, dan heb je voor 2.000 euro al een 159. Maar je wilt de 159 (en het liefst de Sportwagon) met de 1,75-liter turbomotor. Deze versie heeft 200 pk, maar een specialist kan daar gemakkelijk iets meer uithalen. Voor een leuk exemplaar met minder dan 200.000 kilometer schieten de prijzen ineens omhoog naar 8.000 euro. Versies met leuke opties gaan over de 10.000 euro. Vermoedelijk omdat ondernemers ‘m graag rijden met de youngtimerregeling.
Seat Exeo 2.0 TSI
We hoopten dat dit de GTI zou zijn voor mensen met een bescheiden budget. De auto heeft dezelfde 2,0-liter turbomotor met 200 pk als de vlotte Golf, maar dan in een omgebouwde Audi-koets. De exemplaren die te koop staan, moeten nog altijd 10.000 euro opleveren, en dat voor een auto van vijftien jaar oud. Voor dat geld kun je dan beter een echte GTI kopen, maar dan misschien niet die hieronder.
Volkswagen Up GTI
Je moet je even door de ‘GTI-uitgevoerd’-advertenties worstelen om bij de echte GTI’tjes uit te komen. In Nederland ben je minimaal 14.000 euro kwijt voor de snelste Up. En dan krijg je een auto van het formaatje Aygo met 116 pk. De reden? Een niet al te ruim aanbod, de auto is nog vrij jong en nieuw waren ze schreeuwend duur. Daarbij is het een tof ding om te zien en om te rijden. Wat ook meespeelt: zo maken ze ze niet meer – letterlijk.
Lotus Elise
Oké, bij deze auto snappen we best waarom ze nog geld waard zijn. Het aanbod is niet enorm en wie wil er nou geen Lotus? Maar toch: een exemplaar van de S2-generatie met het stuur rechts kost nog altijd minimaal 22.000 euro. Een S1 met het stuur rechts kost zelfs 26.000 euro. Een Elise met het stuur links vind je bijna niet onder de 30.000 euro. Serieuze knaken voor verder niet heel veel auto.