Het is al jaren een vertrouwde constructie in de MotoGP. Er zijn een x-aantal fabrikanten actief in de klasse, na het vertrek van Suzuki zijn er anno 2023 nog vijf fabrikanten over in de MotoGP. Met uitzondering van Yamaha hebben ze allemaal een satellietteam. De Japanse fabrikant verloor RNF Racing vorig jaar omdat er geen meerjarig contract gesloten kon worden. Het team van Razlan Razali en de Nederlandse teammanager Wilco Zeelenberg stapte over naar Aprilia. Die fabrikant sloot daarmee juist voor het eerst een deal met een satellietteam en kan nu de vruchten plukken van de opmars die het merk de afgelopen jaren doormaakte.
Hoewel de grote fabrikanten en hun – vaak – duurbetaalde rijders zorgen voor de aantrekkingskracht van de MotoGP, mag niet onderschat worden hoe groot het belang van satellietteams is. Sterker nog: de onafhankelijke raceteams die niet onder een grote fabrikant vallen, zijn verantwoordelijk voor het succes van de MotoGP zoals we de sport nu kennen. Daar is een aantal redenen voor. Ten eerste zorgen de satellietteams dat de grid goed gevuld is en ook gezond blijft. Daarnaast maken de satellietteams het voor de grote fabrikanten rendabel om veel te investeren. Natuurlijk levert (succesvol) deelnemen in de MotoGP marketingtechnisch veel op voor een fabrikant, maar de financiële drempel is vele malen hoger als de fabrikant alleen twee motoren vanuit de hoofdmacht op de grid kan zetten.
De levensader van MotoGP
Franco Morbidelli was in 2020 als satellietrijder nog behoorlijk dicht bij de wereldtitel.
Foto: Gold and Goose / Motorsport Images
In de strijd met Fabio Quartararo moest MotoGP-wereldkampioen Francesco Bagnaia flink aan de bak. Hij had na de eerste seizoenshelft een reusachtige achterstand van 91 punten op de Fransman. In de tweede seizoenshelft maakte Bagnaia die achterstand ruimschoots goed. Maar dat was niet gelukt als hij elke keer had gewonnen en Quartararo direct achter hem geëindigd was. Nee, na de zomerstop stond Quartararo nog slechts twee keer op het podium. Alle andere keren waren er Ducati-rijders in het spel om punten weg te kapen voor de neus van de Yamaha-kopman, die in zijn jacht op titelprolongatie ook al niet hoefde te rekenen op zijn teleurstellend presterende teamgenoot Franco Morbidelli of de rijders die voor RNF Yamaha uitkwamen.
Meer dan een inkomstenbron
De verzwakte positie van Yamaha, naast de problemen die er zijn met de M1, kan op termijn voor grote problemen zorgen. Yamaha MotoGP-teambaas Lin Jarvis erkende recent in gesprek met deze website dat er op termijn een oplossing moet komen. In eerste instantie door een nieuw satellietteam vast te leggen, maar ook door de samenwerking met een dergelijke structuur anders aan te pakken. De satellietteams die Yamaha de afgelopen jaren bediende waren in feite niet meer dan betalende klanten. Toen Quartararo sterk presteerde bij Petronas Yamaha SRT gaf het fabrieksteam meer prioriteit aan hem, maar het staat in schril contrast met de aanpak van Ducati in het geval van Pramac Racing.
Het bracht Ducati bovendien in de luxepositie voor wat betreft het aantrekken van rijders. Enea Bastianini maakte naam voor zichzelf bij Gresini Racing en vocht het duel om het tweede zitje uit met Pramac-rijder Martin. Het fabrieksteam kon de beide rijders uitgebreid testen en volgen voordat er een besluit genomen werd over wie in 2023 naast Bagnaia in het fabrieksteam zou rijden. Het competitie-element daarin deed beide rijders niet per se goed, maar Yamaha heeft momenteel helemaal geen mogelijkheden om eventuele nieuwe rijders te testen. Het team heeft interesse in Moto2-revelatie Alonso Lopez, maar voordat de rijder getekend kan worden moet eerst een praktisch vraagstuk opgelost: waar kan hij terecht?
Met de overheersing van Ducati is er scheefgroei ontstaan en moet daar op termijn wellicht iets aan gebeuren, maar toch blijven de satellietteams essentieel voor het succes van de MotoGP en haar fabrikanten.
Aprilia heeft met het binnenhalen van RNF in 2023 voor het eerst een satellietteam.