Twaalf jaar. Zo lang deed Tesla erover om z’n eerste miljoen auto’s aan de man te brengen. Maar na de lancering van de Model 3 in 2018 had het merk maar anderhalf jaar nodig om er nog eens een miljoen aan toe te voegen, ondanks een verre van vlekkeloze productiestart. Naar miljoen nummer 3 ging weer sneller: die mijlpaal was al na 11 maanden bereikt. Inmiddels heeft het merk van Elon Musk z’n vier miljoenste auto gebouwd. Voor het laatste miljoen had Tesla slechts 7 maanden tijd nodig.
Tegenwoordig bouwt Tesla ongeveer 140.000 auto’s per maand. Dat komt neer op een volume van 1,7 miljoen auto’s per jaar. Fabrieken (door het merk bestempeld als Gigafactories, ofschoon het normale autofabrieken zijn) in Texas, Berlijn en Shanghai stellen de Amerikaanse fabrikant nu in staat om de productie in sneltempo op te drijven. En om de vraag meer in overeenstemming te brengen met de verhoogde productiecapaciteit verlaagde het merk in recente tijden al enkele malen z’n prijs drastisch. Het bedrijf oogstte misnoegde reacties bij onder meer leasinguitbaters en private eigenaars, die allemaal een kater riskeren omwille van een lagere herverkoopwaarde, maar het lijkt het aantal bestellingen wel de verwachtte boost te geven.
Onrealistische doelstellingen
Om de spectaculaire productiestijging bij te houden wil Musk zo snel mogelijk 12 fabrieken in bedrijf hebben. Een productievestiging in de Amerikaanse staat Nevada wordt in elk geval fors uitgebreid, onder meer voor de productie voor de vrachtwagen van Tesla. De lancering daarvan is – je raadt het – al herhaaldelijk uitgesteld.