Aston Martin heeft nog niet de smaak te pakken zoals het dat een jaar geleden had. Alonso eindigde in 2023 in zes van de eerste acht races op het podium, maar het Britse team slaagde er niet in om de steile leercurve van de concurrentie bij te benen. Uiteindelijk zakte Aston Martin hierdoor af tot de vijfde plek in het kampioenschap, de plek die het team ook na de winterstop nog bezet.
Een groot verschil met vorig jaar is echter de krachtsverhouding tussen de kwalificatie en de race. Vorig jaar was de bolide van Lance Stroll en Fernando Alonso in staat om een teleurstellende kwalificatie om te buigen middels een sterke racepace, maar met de AMR24 zijn de rollen juist omgedraaid. “In Bahrein waren we over één ronde zeker een stuk sneller vergeleken met een long run. Het lijkt erop dat we dit jaar moeite hebben met lange stints en de racepace”, vertelde Alonso na de kwalificatie in Jeddah.
Mike Krack, Team Principal, Aston Martin F1 Team, Tom McCullough, Performance Director, Aston Martin F1 Team
Foto door: Simon Galloway / Motorsport Images
Sterker DRS-effect
Kan Aston Martin ontwikkelingsstrijd winnen?
Het is nu zaak voor Aston Martin om snel mee te bewegen met de nieuwe ontwikkelingen, iets wat het team vorig jaar juist naliet. “Aerodynamisch gezien hebben we dit jaar gekozen voor een andere filosofie, zodat we onszelf een platform geven om te blijven ontwikkelen. Momenteel zitten we in een fase waarin we goed kunnen doorontwikkelen met de middelen die we hebben. Het is zaak dat we zo snel mogelijk nieuwe onderdelen meenemen, zodat onze ontwikkeling doorgezet wordt. Dit ziet er nu best goed uit, maar zoals ik altijd zeg, is het een relatief spelletje. We willen stappen blijven zetten, de auto verbeteren en dichter bij de kop van het veld komen”, aldus McCullough.
Lees meer over Aston Martin:Aston Martin F1: Oude vos Alonso houdt het team altijd scherpAston Martin nog ‘twee tot drie tienden’ verwijderd van McLaren en Mercedes