Nogal wat automerken komen schoorvoetend terug op hun plannen voor elektrificatie. Afgezworen worden ze nog niet. Vertraagd wel. Dat is onder meer het geval bij Volkswagen, dat onder meer uitstel aankondigde voor de betaalbare ID.2 en de camperversie van de ID.Buzz.
Maar van aarzel is bij Volvo niks te merken. Dat belijdt het geloof in de elektrische auto met overtuiging, naar de gospel van het Chinese moederhuis Geely. Nochtans heeft dat ook besognes: het elektrische merk Polestar geraakt maar niet van de grond. En ook de heruitvinding van Lotus – van lichtgewicht sportwagens naar zware elektrische SUVs – loopt niet van leien dakje. De beurskoersen van al die merken (ja, ook Volvo) kleuren diep rood over langere termijn. De koers van Volvo maakte sinds februari wel wat verlies goed – nota bene nadat het bedrijf aangaf z’n belang in Polestar grondig te beperken.
Diesel in ongenade gevallen
Benzineversies (met een veel hogere CO2-uitstoot dan de diesels), en plug-in hybrides die een benzinemotor combineren met een elektromotor, blijven vooralsnog in het gamma van het merk. In 2023 was 41 procent van de in Europa verkochte auto’s in Europa voorzien van een conventionele verbrandingsmotor, terwijl 59 procent één of andere vorm van herlaadbare elektrische installatie aan boord had.