- Wennen aan alle aandacht
- Van zelfgebouwde rigs naar een echte racewagen
- Jezelf spelen in een biopic
- Gouden tijden voor de racerij
Gran Turismo interview met inspiratiebron Jann Mardenborough
Elke simracer droomt om ooit in een echte race mee te mogen rijden. De meesten zijn er van overtuigd dat hun sim-ervaring tot redelijke resultaten zou leiden, maar dat is zelden echt uitgetest. Polyphony Digital en Nissan brachten daar verandering in met de lancering van de GT Academy, een wedstrijd waarin de snelste deelnemers mee mochten doen aan een echte opleiding tot coureur en meerijden met het fabrieksteam van Nissan.
Hoe dat ongeveer verliep kan je nu in de bioscoop bekijken, maar voor Jann Mardenborough, winnaar van de GT Academy is zijn leven plots voor iedereen te zien op het witte doek. “Het is een surreële ervaring geweest, zelfs nu ik promotie voor de film aan het doen ben, voelt het nog onwerkelijk. Ik moet het echt allemaal even gaan verwerken in mijn dagboek,” vertelt hij, terwijl zijn glimlach hoorbaar is door de telefoon. Iedereen die de film kijkt, leert dat Jann verrassend zachtaardig is en bijvoorbeeld geniet van Enya en Kenny G om zich te kalmeren, dus een dagboek past behoorlijk goed binnen dit plaatje. Jann zijn enthousiasme over racen (in de sim en in het echt), de film en autosport is door de telefoon hoorbaar tijdens het gesprek. Een heel verschil met toen hij tijdens de GT Academy voor het eerst voor de camera verscheen.
Wennen aan alle aandacht
“De ervaring was uitstekend en vooral de eerste veertig minuten van de film geven heel goed weer hoe mijn leven was tijdens mijn deelname aan de GT Academy,” vertelt hij. “De afgelopen twaalf jaar vragen mensen me hoe ik in de racerij terecht ben gekomen. Wanneer ik ze dat probeer uit te leggen kijken ze me na een zin of drie meestal wat glazig aan en kunnen ze zich duidelijk niet goed voorstellen wat ik vertel. Dat de film dit zo goed laat zien, maakt al deze gesprekken in de toekomst een stuk simpeler,” lacht Jann.
Van zelfgebouwde rigs naar een echte racewagen
In de film zien we de coureur in de dop trots thuiskomen met een nieuw modern racestuur, maar deze direct drive wheelbases waren in die tijd nog zeldzaam en onbetaalbaar. “Ik had een Fanatec Turbo S stuur met de oude goedkope pedalen,” herinnert hij zich, “De simrig die je in de film ziet is wel een replica van mijn echte rig. Een professionele simrig was ver buiten mijn budget, dus ik heb toen op school van betaalbare onderdelen zelf een rig in elkaar geknutseld en in art deco stijl geverfd. Er zat een stoel op die uit een Alfa 156 kwam, die ik van de sloop had gehaald. Die rig staat nog altijd bij mij thuis hoewel ik tegenwoordig natuurlijk een professionelere setup heb. Maar voor de film was het belangrijk dat dit klopte, dus ik heb Neil [Blomkamp, regisseur van onder andere District 9, Chappie en Gran Turismo] gevraagd of hij de originele rig kon namaken.”
Jezelf spelen in een biopic
Jann was uitzonderlijk betrokken bij het maken van de film. Niet alleen had hij behoorlijke input op het script, hij kreeg het verzoek van de producenten van de film om als stuntman op te treden en zichzelf te spelen in de racescenes. “Mijn CV wordt hiermee wel lekker uitgebreidt,” lacht hij, “de stuntcoördinator kwam met het idee om me in te zetten als stuntman. Het is voor het eerst in de filmindustrie dat er een biopic over iemand wordt gemaakt, die vervolgens zichzelf speelt in de film. Ik denk dat als Tom Cruise ooit een biopic krijgt dat hij één van de weinigen is die dat voor elkaar zou kunnen krijgen.”
Een auto laten dansen met 40km/u ziet er niet uit, maar als de wagen op de limiet zit, zie je dit ook echt terug op het witte doek.”
Het werk van stuntman was nog verrassend vergelijkbaar met zijn coureurservaring: “Ik hou enorm van het hele stuntteam en ondanks dat het een heel andere wereld is, was de ervaring best vergelijkbaar. Je moet constant alert zijn en er komt heel wat denkwerk bij kijken, net als tijdens een race. Neil wilde de film heel dynamisch schieten, zodat je echt het idee krijgt dat de wagens hard rijden. Maar om dat voor elkaar te krijgen zonder de film te versnellen is het essentieel dat je echt hard rijdt. Een auto laten dansen met 40km/u ziet er niet uit, maar als de wagen op de limiet zit, zie je dit ook echt terug op het witte doek.”
Gouden tijden voor de racerij
Zijn favoriete auto om in te rijden? Zonder aarzelen zegt hij meteen: “De Nissan GTR 2018 met die prachtige blauwe Calsonic livery. Het is misschien meer nostalgie, maar ik heb twee jaar voor dat team geracet en ik had nooit durven dromen dat ik daar ooit in zou mogen plaatsnemen. De wagen zelf is nog best lastig om te racen, er was van alles niet mee in orde en onderdelen waren verre van uitontwikkeld. Maar alleen al te mogen racen in die iconische blauwe Calsonic livery was heel bijzonder. We zitten sowieso in een gouden tijd voor racewagens. Mijn favoriete wagens zijn de oude Group C’s, die gestoorde Porsche 956 en de Ford C100. Dat was de piek van sportwagenontwerp. Tegenwoordig zie je in klasses als IMSA zo veel verschillende constructeurs meedoen, dat is echt gaaf om te zien, het is een geweldig moment voor sportwagens en prototypes.”
Of er ooit een vervolg op zijn filmcarrière komt is afhankelijk van hoe Jann zijn racecarrière verder verloopt. “Een Gran Turismo 2 zou leuk zijn. Het doel voor volgend jaar is Le Mans in de nieuwe hypercar klasse en ook IMSA is reuze interessant op het moment. Ik ben nog volop aan het werken aan mijn racecarrière, als dat goed uitpakt zou het absoluut leuk zijn om een sequel op deze film te maken.”