België heeft iets unieks in de wereld: bedrijfswagens, die een steeds belangrijker deel van ons landschap worden. Maar zijn ze een bron van ongelijkheid? En hebben ze een impact op de financiering van onze sociale zekerheid? Sommigen denken van wel.
In België maakt de bedrijfswagen deel uit van een vrij uitzonderlijk systeem: werknemers krijgen een volledig gratis auto bovenop hun loon. Voor de loontrekkende is dat natuurlijk een groot voordeel, zeker nu de auto- en brandstofprijzen de pan uit rijzen. Maar het is ook goed voor de werkgever, want auto’s van de zaak zijn aftrekbaar van de belasting en ze stellen bedrijven in staat minder sociale premies te betalen, omdat ze deel uitmaken van het salaris. De auto’s zijn onderworpen aan deze verlaagde sociale zekerheidsbijdragen, terwijl het ‘bruto’ salaris belast wordt tegen 32%.
Zorgen voor de sociale zekerheid?
In zijn artikel legt Pierre Courbe uit dat bedrijfswagens een negatieve impact hebben op de sociale zekerheid, die minder middelen krijgt. En dat, onvermijdelijk, de verdubbeling van het aantal “salariswagens” deze financiële stroom nog verder opdroogt. Volgens de verzamelde cijfers zijn de totale solidariteitsbijdragen zelfs met 58% gedaald, ondanks de indexering van deze bijdragen over de jaren heen. Er is dus een onevenwicht tussen hogere RSZ-uitgaven en lagere inkomsten.
Te herzien?
Sommigen voeren daarom campagne voor de afschaffing ervan. Of dit moet gebeuren? In feite is het een kwestie van evenwicht. We mogen niet vergeten dat het systeem van bedrijfswagens werd ingevoerd om de autoproductie in ons land te ondersteunen in de jaren 90, toen er nog fabrieken waren van Renault, Opel en Ford, om er maar een paar te noemen. Deze fabrieken zijn verdwenen, maar niet de bedrijfswagens, die desondanks een groot deel van de activiteit in de sector in stand houden (garages, bandencentra, leasemaatschappijen, enz.), aangezien ze nu goed zijn voor 70% van de jaarlijkse verkoop van nieuwe auto’s.
Het is waar dat de afdeling Belastingen en Parafiscaliteit van de Hoge Raad van Financiën het standpunt heeft ingenomen dat “het de voorkeur geniet om in de toekomst geen salariswagens meer toe te kennen en dat het integendeel de voorkeur verdient om werknemers contant te betalen, zodat ze vrij kunnen beslissen hoe ze hun loon willen besteden”. Akkoord, maar het zou waarschijnlijk ook nodig zijn dat de staat zijn belasting op arbeid grondig herziet, die een van de hoogste in Europa is en onvermijdelijk een druk legt op het leven van de werknemers en op het concurrentievermogen, om de loonwagens te laten verdwijnen. Nietwaar?
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be