Het hoofd van Stellantis, Carlos Tavares, kwam terug op de Euro 7-norm en wat hij hierover denkt. Voor hem is het totaal nutteloos en zal het geen enkel milieuvoordeel opleveren. Is dat niet overdreven?
Carlos Tavares is geen baas die zijn tong inslikt. Hij heeft zich al uitgesproken tegen de gedwongen run naar elektrische auto’s die Europa de Europese auto-industrie oplegt en hij heeft al voorspeld dat deze verplichting het concurrentievermogen en de werkgelegenheid bedreigt. Duidelijker kan de boodschap niet zijn.
Geen gevolgen voor het milieu
Carlos Tavares vertelde aan persbureau Reuters dat “het niet nuttig en duur is en het geen voordelen brengt voor de klanten of voordelen voor het milieu. Het ICE-emissiegedeelte is iets dat gewoon geen zin heeft.”
Bovendien zou de Euro 7-norm ook een rem zijn op de productie van de elektrische voertuigen waar iedereen op zit te wachten: de EV’s die eindelijk betaalbaar zullen zijn. Waarom? Heel eenvoudig omdat de personele en financiële middelen die aan de Euro 7-norm worden besteed, zo veel middelen zijn die niet kunnen worden gebruikt om deze elektrische auto’s te ontwikkelen. Dit alles druist dus in tegen de belangen van de klanten (en ook enigszins tegen de belangen van de industrie) die nog langer zullen moeten wachten op betaalbare auto’s met batterijen.
Vooruitgang ondanks alles
Beetje tegenstrijdig met zijn betoog maar Carlos Tavares erkent dat de Euro 7-norm wel een stap vooruit betekent. Die met betrekking tot de beperking en filtering van fijne deeltjes die door banden en remmen worden uitgestoten. Deze bron van vervuiling blijft een belangrijk punt en dat heeft ook betrekking op elektrische voertuigen, die ook van deze nieuwe regelgeving zullen kunnen profiteren. Volgens Europa moet de Euro 7-norm het mogelijk maken de door remmen uitgestoten deeltjes met 27% te verminderen. Dit is in ieder geval goed nieuws…