Technisch directeur Mercedes over budget cap : ‘Je moet keuzes maken’
Woensdag 14 februari presenteerde Mercedes de W15, de bolide waarmee ze in 2024 de strijd aan willen gaan met de andere topteams in de Formule 1. Volgens technisch directeur James Allison hebben ze met een nieuwe ontwerpfilosofie de doelen behaald die ze hadden gesteld voor de W15. Toch geeft Allison tegenover Racefans.net toe dat de cost cap ervoor zorgde dat niet alle aspecten radicaal veranderd zijn.
Na teleurgesteld te zijn door de prestaties van de W14, besloot Mercedes hun voormalig technisch directeur weer terug te halen naar Silverstone. Sinds Allison de touwtjes weer in handen heeft, zijn er flinke aanpassingen gedaan aan de nieuwe auto. De Brit is positief wat betreft de weg die Mercedes met deze bolide inslaat. ‘We hebben geleverd op alle punten waar we dat wilden’, zei hij. Hij plaatste daar echter wel een voorzichtige kanttekening bij. ‘Toch kun je nooit helemaal tevreden zijn. We zullen het niet weten tot we ermee gaan rijden.’
Budget cap beperkt aanpassingen
Allison prijst het werk dat ze bij Mercedes verricht hebben. ‘We hebben goed gewerkt. Of we goed genoeg gewerkt hebben om competitief te zijn zal de toekomst uitwijzen’, relativeert de technisch directeur. ‘We weten niet wat de rest gedaan heeft.’ Ook geeft de Brit toe dat de budget cap ervoor heeft gezorgd dat niet alles aangepast kon worden aan de nieuwe wagen. ‘Het zet je aan het denken en je moet keuzes maken. Een nieuwe versnellingsbak en een nieuw chassis zijn twee grote projecten.’
Bij het ontwikkelen van de W15 lag een deel van de focus op het verbeteren van de onvoorspelbare achteras. Zowel Lewis Hamilton als George Russell hadden gedurende het 2023-seizoen regelmatig problemen met het instabiele achterste gedeelte van de bolide. ‘We hebben geprobeerd een auto te creëren die geruststellend is voor de coureurs. Het moet stevig aanvoelen.’ Ook zijn er aanpassingen doorgevoerd voor de verbetering van het DRS-effect en de pitstops. ‘We leverden altijd goede pitstops, maar de consistente pitstoptijden lagen drie tot vier tienden lager dan die van de beste teams’, moet Allison toegeven. ‘Hopelijk gaan we daarmee nu de goede kant op.’
