Motorsport

Sport

Succesvolste MotoGP-fabrikanten: Wie heeft de meeste wereldtitels?

In de hedendaagse MotoGP worden ieder jaar drie wereldtitels verdeeld: die voor de rijders, de teams en de constructeurs. Daar waar het kampioenschap voor teams pas sinds 2002 bestaat, zijn de wereldkampioenschappen bij de rijders en constructeurs ieder jaar sinds de oprichting van het 500cc-kampioenschap in 1949 uitgedeeld. De 75 wereldtitels bij de rijders zijn behaald op motorfietsen van acht verschillende fabrikanten, die samen ook 74 constructeurstitels verdeelden. Het ene constructeurskampioenschap dat overblijft, is dat van 1954. Gilera scoorde weliswaar de meeste punten, maar vanwege een politieke crisis tussen de FIM en de constructeurs werd de constructeurstitel niet erkend door de federatie.

Maar welke fabrikant wist de meeste constructeurstitels te winnen? En hoe verdeelden ze de 75 wereldtitels bij de rijders?

succesvolste motogp-fabrikanten: wie heeft de meeste wereldtitels?

1. Honda – 25 constructeurstitels, 21 rijderstitels

Constructeurstitels: 1966, 1983, 1984, 1985, 1989, 1992, 1994, 1995, 1996, 1997, 1998, 1999, 2001, 2002, 2003, 2004, 2006, 2011, 2012, 2013, 2014, 2016, 2017, 2018, 2019

Rijderstitels: 1983, 1985, 1987, 1989, 1994, 1995, 1996, 1997, 1998, 1999, 2001, 2002, 2003, 2006, 2011, 2013, 2014, 2016, 2017, 2018, 2019

Honda is met afstand de succesvolste fabrikant in de zwaarste klasse van het wereldkampioenschap met in totaal maar liefst 46 wereldtitels. Het bijzondere aan het Japanse merk is dat het pas in 1966 voor het eerst fulltime actief was in de 500cc, om dat jaar meteen met de constructeurstitel aan de haal te gaan. Een jaar later trok Honda de stekker alweer uit het project vanwege onvrede over de beperking van het aantal cilinders en versnellingen. Pas eind 1979 volgde de terugkeer, om vanaf 1980 weer fulltime op de grid te staan.

Sindsdien groeide Honda uit tot de dominante kracht in eerst de 500cc en later ook de MotoGP. In 1983 werd de tweede constructeurstitel behaald, terwijl Freddie Spencer dat seizoen ook de eerste rijderstitel namens de Japanse fabrikant behaalde. In de jaren 80 volgden nog drie constructeurstitels en evenveel kampioenschappen bij de rijders, waarna in de jaren 90 echt gedomineerd werd. Tussen 1994 en 1998 won Honda dankzij Mick Doohan vijf keer op rij de dubbel, terwijl Alex Crivillé die reeks in 1999 met een jaar verlengde. Na een jaar zonder titels in 2000 bezorgde Valentino Rossi het merk in 2001 opnieuw de dubbel in wat het laatste jaar onder de 500cc-reglementen was.

In het MotoGP-tijdperk ging Honda echter door met winnen en dubbele wereldtitels behalen. Rossi nam de titels in 2002 en 2003 voor zijn rekening, waarna Nicky Hayden dat in 2006 deed. Daarna was het tot 2011 wachten op nieuwe wereldtitels voor de fabrikant uit Tokio. Casey Stoner werd dat jaar wereldkampioen bij de rijders, terwijl Honda ook de constructeurstitel veiligstelde. Het daaropvolgende jaar was er opnieuw een constructeurskampioenschap, waarna Marc Marquez in 2013 zijn debuut maakte en meteen beide wereldtitels naar Honda bracht. Daar slaagde de Spanjaard opnieuw in in 2014, 2016, 2017, 2018 en 2019.

Het bleken tot dusver de laatste titels van Honda. In de daaropvolgende jaren verslechterden de prestaties van het merk, dat ook niet geholpen werd door het vele blessureleed van Marquez. De doorontwikkeling van de RC213V kreeg daardoor een knauw en zorgde er zelfs voor dat Honda in 2022 en 2023 laatste werd in het kampioenschap voor constructeurs.

succesvolste motogp-fabrikanten: wie heeft de meeste wereldtitels?

2. MV Agusta – 16 constructeurstitels, 18 rijderstitels

Constructeurstitels: 1956, 1958, 1959, 1960, 1961, 1962, 1963, 1964, 1965, 1967, 1968, 1969, 1970, 1971, 1972, 1973

Rijderstitels: 1956, 1958, 1959, 1960, 1961, 1962, 1963, 1964, 1965, 1966, 1967, 1968, 1969, 1970, 1971, 1972, 1973, 1974

Daar waar Honda de laatste veertig jaar de dominante factor is gebleken in de MotoGP, was die rol in de eerste 25 jaar van het wereldkampioenschap 500cc weggelegd voor MV Agusta. Een jaar na de oprichting van het WK debuteerde de Italiaanse fabrikant in 1950 in de zwaarste klasse. De eerste successen lieten echter even op zich wachten, want pas in 1956 werden de eerste wereldtitels veiliggesteld. Met drie gewonnen races werd John Surtees rijderskampioen, terwijl ook de constructeurstitel werd behaald.

Het bleek het startsein van een glansrijke periode voor MV Agusta, dat in 1957 nog naast beide wereldtitels zou grijpen. Vanaf 1958 stond er echter geen maat meer op het merk dat tegenwoordig haar thuisbasis heeft in Varese, want tot en met 1974 zou de wereldtitel voor de rijders maar liefst zeventien keer op rij naar een rijder van de fabrikant gaan. Surtees nam de eerste drie van deze wereldtitels voor zijn rekening alvorens hij overstapte naar de Formule 1. Daarna volgde de Australiër Gary Hocking in 1961, gevolgd door Mike Hailwood met vier opeenvolgende titels tussen 1962 en 1965. Vanaf 1966 begon het tijdperk van Giacomo Agostini, die zeven keer op rij wereldkampioen werd namens MV Agusta. De laatste twee wereldtitels van het merk in de 500cc werden in 1973 en 1974 behaald door Phil Read.

In deze periode tussen 1958 en 1974 was MV Agusta ook schier onklopbaar in het wereldkampioenschap voor constructeurs. Maar liefst vijftien keer ging dit kampioenschap mee naar Italië, met 1966 en 1974 als uitzonderingen. Nadat er in 1975 nog races werden gewonnen, zei MV Agusta het wereldkampioenschap eind 1976 vaarwel. Sindsdien keerde het merk niet meer terug in de 500cc en MotoGP. Er gaan echter geluiden dat Pierer Mobility, de drijvende kracht achter KTM en tegens aandeelhouder van MV Agusta, het merk op termijn wil herintroduceren in de koningsklasse.

succesvolste motogp-fabrikanten: wie heeft de meeste wereldtitels?

3. Yamaha – 14 constructeurstitels, 18 rijderstitels

Constructeurstitels: 1974, 1975, 1986, 1987, 1988, 1990, 1991, 1993, 2000, 2005, 2008, 2009, 2010, 2015

Rijderstitels: 1975, 1978, 1979, 1980, 1984, 1986, 1988, 1990, 1991, 1992, 2004, 2005, 2008, 2009, 2010, 2012, 2015, 2021

Nadat Honda zich eind 1967 terugtrok uit het wereldkampioenschap, debuteerde er in 1968 met Yamaha een nieuwe Japanse fabrikant in de 500cc. Dit leverde niet direct succes op voor het merk uit Iwata, want in de eerste jaren domineerde MV Agusta de klasse. In 1974 was het echter Yamaha dat de hegemonie doorbrak door voor het eerst de wereldtitel bij de constructeurs te winnen. Een jaar later zorgde Giacomo Agostini er zelfs voor dat beide wereldtitels naar de fabrikant gingen. In 1978, 1979 en 1980 volgden opnieuw drie rijderstitels, ditmaal behaald door Kenny Roberts, terwijl Eddie Lawson in 1984 ook wereldkampioen werd namens Yamaha.

De eerstvolgende constructeurstitel volgde echter pas in 1986, wat voor Yamaha de eerste van zes titels in acht jaar tijd bleek. In de periode tot en met 1993 werd de wereldtitel bij de rijders vijf keer gewonnen: twee keer door Lawson, drie keer door Wayne Rainey. Daarop volgde een magere periode voor het merk, dat in de resterende jaren van de 500cc-formule alleen in 2000 nog constructeurskampioen werd. In het MotoGP-tijdperk moest tot 2004 gewacht worden op succes. Dat jaar werd Valentino Rossi aangetrokken en de Italiaan werd meteen wereldkampioen bij de rijders. Dat kunstje zou hij in 2005, 2008 en 2009 herhalen en in die jaren zou ook de constructeurstitel naar Yamaha gaan.

Jorge Lorenzo verlengde de reeks dubbels van Yamaha door in 2010 wereldkampioen te worden. Dat kunstje herhaalde de Spanjaard in 2012 en 2015, waarbij zijn werkgever in het laatstgenoemde jaar eveneens constructeurskampioen werd. Dat is tot op heden de laatste hoofdprijs voor merken die naar Yamaha ging, al volgde de recentste wereldtitel enkele jaren later: Fabio Quartararo besliste de titelstrijd van 2021 in zijn voordeel. Sindsdien zit Yamaha – net als Honda – in een neerwaartse spiraal. In 2023 werd het merk voorlaatste bij de constructeurs en dus staat men in 2024 voor de uitdaging om de weg omhoog te vinden en Quartararo te overtuigen dat hij langer moet blijven.

succesvolste motogp-fabrikanten: wie heeft de meeste wereldtitels?

4. Suzuki – 7 constructeurstitels, 7 rijderstitels

Constructeurstitels: 1976, 1977, 1978, 1979, 1980, 1981, 1982

Rijderstitels: 1976, 1977, 1981, 1982, 1993, 2000, 2020

Na Honda en Yamaha was Suzuki in 1971 de volgende Japanse fabrikant die zich in de 500cc meldde. Hele lang hoefde het merk niet te wachten op een glansrijke periode, want in die werd in 1976 afgetrapt met zowel de constructeurstitel als de rijderstitel van Barry Sheene. De Brit bezorgde ze in 1977 opnieuw de dubbel, waarna tot en met 1982 alle constructeurstitels werden veiliggesteld. In die periode leverde Suzuki in 1981 en 1982 ook de wereldkampioen bij de rijders met respectievelijk Marco Lucchinelli en Franco Uncini.

In de daaropvolgende jaren bleef Suzuki actief in de 500cc-klasse, maar op een nieuwe wereldtitel moest het merk wachten tot 1993. Dat jaar veroverde Kevin Schwantz zijn enige kampioenschap. Pas zeven jaar later zou Suzuki weer een wereldkampioen afleveren, ditmaal in de persoon van Kenny Roberts jr..  Dat bleek meteen ook de laatste wereldtitel die Suzuki behaalde voordat het eind 2011 om financiële redenen de stekker uit het MotoGP-project trok. Na slechts drie seizoenen afwezigheid keerde de fabrikant echter alweer terug in de koningsklasse.

Er volgden enkele jaren van opbouw, maar in 2020 leidde het harde werken van Suzuki tot de zevende en tot dusver laatste rijderstitel. In het door het coronavirus ontregelde seizoen schreef Joan Mir slechts één race op zijn naam, maar dat was wel genoeg om met de wereldtitel aan de haal te gaan. Slechts twee jaar na dat prachtige succes besloot Suzuki opnieuw om uit de MotoGP te vertrekken.

succesvolste motogp-fabrikanten: wie heeft de meeste wereldtitels?

5. Ducati – 5 constructeurstitels, 3 rijderstitels

Constructeurstitels: 2007, 2020, 2021, 2022, 2023

Rijderstitels: 2007, 2022, 2023

Ducati was eind jaren 60 en begin jaren 70 al actief in de 500cc, maar grote successen wist de formatie uit het Italiaanse Borgo Panigale destijds niet te boeken. Eind 1973 verdween het merk dan ook uit de koningsklasse, om pas 30 jaar later onder de nieuwe MotoGP-reglementen terug te keren. In het eerste jaar maakte Ducati meteen indruk door met Loris Capirossi een race te winnen, maar meestrijden om de wereldtitel lukte uiteindelijk pas in 2007. Met Casey Stoner aan boord van de GP7 legde de fabrikant dat jaar beslag op zowel de constructeurs- als de rijderstitel. In de daaropvolgende jaren bleef Ducati met Stoner strijden om overwinningen, maar na het vertrek van de Australiër ging het merk door een diep dal.

Zo slaagde Valentino Rossi er in 2011 en 2012 niet in om het tij te keren voor Ducati. Dat lukte pas na de komst van technisch meesterbrein Gigi Dall’Igna en de introductie van de geheel vernieuwde Desmosedici GP15. Sindsdien groeide Ducati uit tot het dominante merk in de MotoGP, wat in 2020 leidde tot de tweede constructeurstitel. Dat kunststukje werd in 2021, 2022 en 2023 herhaald, terwijl het merk in de laatste twee seizoenen eveneens de wereldtitel bij de rijders veroverde dankzij Francesco Bagnaia. Het heeft er alle schijn van dat de dominantie in ieder geval in 2024 aanhoudt, mede doordat Marc Marquez dan voor het eerst op een Ducati gaat racen.

succesvolste motogp-fabrikanten: wie heeft de meeste wereldtitels?

6. Gilera – 4 constructeurstitels, 6 rijderstitels

Constructeurstitels: 1952, 1953, 1955, 1957

Rijderstitels: 1950, 1952, 1953, 1954, 1955, 1957

Van de dominante fabrikant van de laatste jaren gaan we naar de dominante factor van het eerste decennium van het wereldkampioenschap: Gilera. Het Italiaanse merk was er in 1949 al bij voor het eerste seizoen van de 500cc-klasse en zag direct twee rijders in de top-drie van het eindklassement eindigen. Een jaar later volgde de eerste wereldtitel: Umberto Masetti was de sterkste bij de rijders, een kunstje dat hij in 1952 zou herhalen. Dat jaar stelde Gilera ook haar eerste constructeurstitel veilig.

Het bleek de eerste van vier constructeurstitels, die verder in 1953, 1955 en 1957 werden behaald. In al die jaren leverde Gilera ook de wereldkampioen bij de rijders, net als in 1954. Geoff Duke nam de eerste drie van deze rijderskampioenschappen voor zijn rekening, waarna Libero Liberati de laatste wereldtitel van Gilera in de 500cc behaalde. Direct daarna verdween Gilera uit het wereldkampioenschap, een afspraak die het met andere Italiaanse motorfabrikanten had gemaakt om de kosten te drukken. Tussen 1963 en 1965 verschenen er opnieuw motorfietsen van het merk uit Pontedera aan de start in de 500cc, maar daarna verdween Gilera opnieuw van het wereldtoneel. Tot op heden keerde men nooit meer terug in de zwaarste klasse, al werden er in 2001 en 2008 wel nog wereldtitels behaald in respectievelijk de 125cc en 250cc.

succesvolste motogp-fabrikanten: wie heeft de meeste wereldtitels?

7. Norton – 2 constructeurstitels, 1 rijderstitel

Constructeurstitels: 1950, 1951

Rijderstitels: 1951

Een van de voornaamste concurrenten van Gilera in de eerste jaren van het wereldkampioenschap 500cc was Norton. De Britse fabrikant verscheen eveneens aan de start van het eerste seizoen in 1949, maar moest het toen nog doen met een vijfde plaats in de eindstand. Een jaar later volgde echter al de eerste wereldtitel voor Norton, dat beslag legde op het kampioenschap voor constructeurs. Een jaar later behaalde het merk zelfs de dubbel, want naast de constructeurstitel stelde Geoff Duke de wereldtitel bij de rijders veilig.

In de daaropvolgende decennia bleef Norton actief in de 500cc, maar de wereldtitels bleven na 1951 altijd buiten bereik. Zo nu en dan werd er nog een overwinning meegepakt door de fabrikant, waarvan de laatste in de Joegoslavische Grand Prix van 1969 werd behaald. Dat was tevens het laatste jaar waarin Norton tijdens de meeste 500cc-races aan de start verscheen. Na 1972 verdween het merk zelfs helemaal uit het wereldkampioenschap, om ook niet meer terug te keren.

succesvolste motogp-fabrikanten: wie heeft de meeste wereldtitels?

8. AJS – 1 constructeurstitel, 1 rijderstitel

Constructeurstitels: 1949

Rijderstitels: 1949

Met Gilera en Norton als voornaamste uitdagers meldde AJS zich in 1949 eveneens bij de start van het wereldkampioenschap 500cc. Lang hoefde het Britse merk niet te wachten op succes, want Leslie Graham schreef de tweede race van het seizoen al op zijn naam. Met nog een zege in Ulster en een tweede plek in Assen, plus het rijden van twee snelste ronden, deed Graham precies genoeg om AJS aan de rijderstitel te helpen. Daarnaast veroverde de fabrikant meteen ook de eerste constructeurstitel van het wereldkampioenschap.

Het bleken meteen ook de enige twee wereldtitels te zijn van AJS. Wel slaagde het merk erin om in 1950 en 1952 nog races te winnen, maar dat bleken de laatste serieuze wapenfeiten te zijn. In 1955 verschenen er voor het laatst motorfietsen van AJS aan de start van het WK 500cc, waarna de fabrikant nooit meer terugkeerde op de grid.

Succesvolste constructeurs qua wereldtitels

Positie Fabrikant Constructeurstitels Rijderstitels
1 Honda 25 21
2 MV Agusta 16 18
3 Yamaha 14 18
4 Suzuki 7 7
5 Ducati 5 3
6 Gilera 4 6
7 Norton 2 1
8 AJS 1 1

Succesvolste constructeurs qua overwinningen

Positie Fabrikant Overwinningen
1 Honda 313
2 Yamaha 245
3 MV Agusta 139
4 Suzuki 97
5 Ducati 87
6 Gilera 35
7 Norton 21
8 KTM 7
9 AJS 5
10 Moto Guzzi, Matchless, Cagiva, Aprilia 3

TOP STORIES