Auto

Larry ten Voorde over simracen: Van simulator gemaakt van bobslee tot onmisbare tool in autosport

Dit weekend kunnen simracers hun hart ophalen tijdens Sim Formula Europe in MECC Maastricht. Op deze beurs voor simracing staan de grootste producenten van simhardware klaar om hun nieuwste producten te tonen en kunnen fervente simracers deze ook testen. Daarnaast vindt de finale plaats om de snelste Europese simracer te kronen. Zo’n beurs was volgens de 27-jarige Larry ten Voorde zo’n tien tot vijftien jaar geleden ondenkbaar geweest. Voor hem begon zijn simracepassie in 2012, toen hij zijn eerste eigen simulator had staan. Daarbij moet overigens niet gedacht worden aan een state-of-the-art simulator. “Het mooie is dat ik toen nog een bobslee had”, vertelt Ten Voorde in gesprek met Motorsport.com. “Ik weet ook niet hoe wij thuis aan een bobslee kwamen, zo’n bak. Die heb ik dus gezaagd en daaronder heb ik een houten plank gezet, met een houten plank tegen de rug”, wat dus zijn stoel moest voorstellen. “Maar ik heb maar een tuinstoelkussen genomen en die erin gepropt. En natuurlijk een Logitech G27-stuur en de pedalen dan ook, met allemaal schroeven in het hout geboord – dat het allemaal vastzat.” Voor de beleving ging hij toen nog een stap verder: “Ik had een helm op, allemaal dat soort dingen. Dat was de simulator waar ik mee begon. Dat is natuurlijk nu sterk veranderd, hoe dat er allemaal uitziet.”

Het simracen levert Ten Voorde in die periode ook iets moois op: een connectie met Phillip Eng en Christopher Zöchling, toen nog actief in de Porsche Supercup. “Ik zat toen in die groep, met Eng en Zöchling. ‘Wat jullie doen is zo mooi, ik ga ooit bij jullie rijden!’, zei ik toen. Zij natuurlijk lachen. Dat was echt supertof. En ja een paar jaar verder sta je er. Dus dat was natuurlijk helemaal top en heel gaaf. En daar kennen ze me ook van, van het simracen toen.”

Door de jaren heen is die simulator steeds beter geworden, mede door het toenemende aantal fabrikanten dat actief is in deze wereld. Voor Ten Voorde houdt dat in dat hij nu thuis over een Fanatec-wheelbase en Heusinkveld-pedalen beschikt, in elkaar gezet door Motorsport in Motion van Kevin Abbring. “Het is een supermooi ding, dus ik mag totaal niet klagen”, erkent Ten Voorde. Dat de Porsche-ambassadeur goed uit de voeten kan met de simulator, bewijst hij in 2020 wanneer hij zich in de Virtual Edition van de Porsche Supercup, bedoeld als virtuele vervanger van het kampioenschap dat door de coronapandemie stil lag, tot kampioen kroont. “Het was wel echt heel bizar, want ik had mijn simulator op dat moment nog in een schuurtje staan”, herinnert hij zich. “Ik ging de schuur in en toen was het donker ’s ochtends. Toen ik er ’s avonds uit kwam, was het weer donker”, lacht hij. “Dus ik heb er zoveel tijd in gestopt.”

Die tijd heeft Ten Voorde met zijn drukke programma in de Porsche-racerij niet heel veel meer, maar hij maakt er wel steeds meer tijd voor vrij. “Ik ben heel lang al met het simracen bezig. De ene keer heel intensief, de andere keer natuurlijk wat minder omdat ik natuurlijk ook wel andere dingen soms op mijn pad heb waarmee ik bezig ben natuurlijk, ook hoe ik dan mijn dag kan indelen.” Ten Voorde vindt het vooral mooi dat in het simracen de ontwikkeling van de coureur niet stopt, aangezien hij zo in de simulator thuis kan springen. “Je hebt natuurlijk je raceweekenden en testdagen, dat is allemaal gelimiteerd in tijd, banden en budget. In het simracen is dat helemaal vrij”, merkt de nummer twee van de Porsche Supercup van 2023 op. “Als je verder ziet hoe de simulator de afgelopen jaren ontwikkeld is: dat wordt natuurlijk steeds meer, steeds gekker en alleen maar mooier.” Hij voegt toe: “Ik heb het simracen heel hoog zitten. Ik vind het echt supertof. Ik doe het ook heel veel, steeds meer. En vroeger natuurlijk als een gek. Ik raad het iedereen aan.”

larry ten voorde over simracen: van simulator gemaakt van bobslee tot onmisbare tool in autosport

Larry ten Voorde voert het veld aan in de Porsche 911 GT3 R van Porsche24 driven by Redline in iRacing.

Foto: iRacing

Heel realistisch

Tegenwoordig is het simracegenre niet meer weg te denken in de gamewereld. Met games als Forza Horizon en The Crew zijn er nog genoeg arcadegames, maar het aandeel van echte simgames is toegenomen. Zo valt er nu te kiezen uit onder meer iRacing, Assetto Corsa, rFactor 2 en Automobolista. Deze hebben allemaal verschillende kenmerken, maar uiteindelijk komen de simgames van nu goed in de buurt van de werkelijkheid. “Heel realistisch”, omschrijft hij het simracen van nu. Een cijfer wil hij niet echt geven, maar: “Ik denk wel tegen de 10 aan, omdat er gewoon altijd wel verbetering in zit.” Die verbetering, stelt Ten Voorde, is vooral te vinden in de snelheidsbeleving. Zo zijn hobbels enkel door het stuur te voelen – tenzij je een motionsim hebt staan. “Dat is nog een beetje moeilijk over te zetten.”

Dat hij het simracen dan zo hoog heeft zitten wat betreft realisme, is mede door de mogelijkheid om het online tegen elkaar op te nemen. “Dus je hebt ook echt met menselijke reacties te maken. Hoe ze verdedigen, blocken en inhalen. Soms zit er wel een chaotische start bij. En je hebt ook gewoon dat als je in een gevecht zit, of om een kampioenschap strijdt, dat je ook gewoon die spanning hebt.” Die spanning voelt de Porsche Carrera Cup Italië-kampioen van 2023 ook wel eens. “Je hartslag gaat omhoog en je moet rustig zien te blijven. Dat zou ik in de sim een tien noemen, dat gevoel kwam op de sim ook gewoon terug.”

Onmisbare tool voor teams

Door het realisme is de simulator volgens Ten Voorde bovendien niet meer weg te denken in de autosport en biedt het teams zelfs een ‘enorm groot voordeel’. “Het is denk ik weer een enorme trainingstool erbij. Ik denk niet alleen een trainingstool wat erbij gekomen is, ik denk ook gewoon een platform voor rijders dat erbij gekomen is om budgettair heel snel in die simwereld te kunnen stappen. En daar natuurlijk ook beter te worden. De competitie is oneindig sterk. Dat is echt bizar”, aldus de coureur uit Enschede.

Dat het onmisbaar is, blijkt ook uit een voorbeeld dat Ten Voorde geeft uit de Porsche Supercup. Op het circuit van Monza worden namelijk na klachten de hoge ‘sausagekerbs’ verwijderd. Dat gebeurt op korte termijn, maar voor Ten Voorde is er in de simulator nog net genoeg tijd om zich erop voor te bereiden. “Voor ons was het ook wel mooi dat die weg waren, want wij vlogen echt anderhalve meter de lucht in voor mijn gevoel”, lacht hij. “En daar konden we nu dus overheen. Maar ja, dat werd natuurlijk een week van tevoren bekend gemaakt. En toen konden wij het nog aanpassen in de sim. Dus hebben we dat natuurlijk nog met die jongens kunnen trainen, want het maakt de bocht weer heel anders. En je kan natuurlijk meer van de baan gebruiken. Dat waren super mooie dingen. Daarom ben ik helemaal lyrisch over het simracen.”

Als hij dan niet zelf bezig is met simracen, bestaat er een goede kans dat hij wel ondersteuning biedt bij het simracen in zijn eigen Driver Academy. In samenwerking met Abbrings bedrijf, dat de software aanbiedt en aanpassingen kan doorvoeren, kan hij inspelen op de laatste ontwikkelingen op autosportgebied. Als ervaren Porsche-coureur geeft hij bovendien feedback over het gevoel van de Porsche 911 GT3 Cup (992) in de simulator. “Die 992 Cup-auto hebben we daar echt goed in ontwikkeld, omdat ik natuurlijk ook het gevoel heb, hoe die in het echt is.” Dat gebeurt dan op het platform Assetto Corsa. “Die jongens kunnen hun eigen software erbij inzetten of aanpassen, om hun eigen banen te bouwen zeg maar. Dat is natuurlijk uniek, want uiteindelijk is het ook gewoon dat wij er met onze rijders veel mee bezig zijn.”

Binnen die Larry ten Voorde Driver Academy speelt simracen een ‘belangrijke rol’, geeft de coureur zelf aan. “Ze hebben allemaal één keer in de week simulator onder begeleiding, van mij of van mijn coach met wie ik dit samen doe.” Hij merkt daarbij op dat vooral de discipline van de studenten een onderscheidende factor is. “Dat betekent dus dat als een jongen tien, dertig, veertig of vijftig uur erin stopt, degene van vijftig [uur] altijd beter zal zijn dan die van tien”, zegt hij stellig. Na het eerste weekend van de opleiding, het ‘opzetweekend’ zoals Ten Voorde het noemt, ziet hij al duidelijke verbetering. “Dan kom je thuis en heb je een heel plan voor ze, huiswerk. Dan zie je dat zij er zo druk mee bezig zijn en zoveel beter worden, dat zij de volgende keer dat ze in de auto zitten meteen sneller zijn.” Mede dat maakt de simulator volgens hem ‘een onmisbare tool’ in de autosport.

larry ten voorde over simracen: van simulator gemaakt van bobslee tot onmisbare tool in autosport

Larry ten Voorde in de Porsche Carrera Cup Deutschland op het TT Circuit Assen.

Foto: Porsche Motorsport

Meeste potentieel

Iets wat de weg naar de autosport voor velen een haast onmogelijke maakt, zijn de kosten. Die kloof dicht het simracen voor een deel door de relatief lage instapprijs en het feit dat crashes geen extra kosten met zich meebrengen in die virtuele wereld. Toch kan de simracer het tegenwoordig zo duur maken als hij of zij maar wil. Maakt het materiaal in deze wereld dan toch het verschil? “Ja, dat geloof ik zeker”, reageert Ten Voorde. “Kijk, uiteindelijk is het natuurlijk allemaal ook het meest gelijk. Dat is natuurlijk wel mooi, want je weet wel een beetje wat je hebt bij hetzelfde materiaal.”

Dat Ten Voorde gelooft dat materiaal het verschil kan maken, zit ‘m in het feit dat de technologie flink is verbeterd. Zo was een force feedback-stuur jarenlang de standaard, maar is sinds enkele jaren ‘direct drive’ toonaangevend. “Je hebt natuurlijk al die jongens die met die direct drives gewoon een snellere feedback hebben van wat er met stuur gebeurt”, legt hij uit. De tweevoudig Supercup-kampioen bekijkt het wel meteen van de andere kant, want haalt de rijder met beter materiaal er wel altijd meer uit dan iemand met minder materiaal? “Dus ik denk dat het meeste potentieel nog steeds in de rijder zit. Maar deze tijd, zeker ook met alle technische snufjes, helpt enorm.”

Dat speelveld kan in een simplatform als iRacing wel aangepast worden. Zo kan er, net als in het echt, een Balance of Performance doorgevoerd worden. “Dus daar heb je wel een beetje het effect dat je wel eens een goede rijder in de auto hebt, maar dat de auto misschien wat minder snel is”, aldus Ten Voorde.

Van simracer tot echte coureur

De afgelopen jaren zijn er regelmatig simracecompetities op hoog niveau georganiseerd. Daar staat ook wel eens een grote prijzenpot op het spel. Zo maken sommige simracers er zelfs hun beroep van, maar sommigen gaan een stap verder en stoten zelfs door tot de autosport. Voorbeelden daarvan zijn Jann Mardenborough, James Baldwin en Rudy van Buren. Ten Voorde ‘gelooft sterk’ dat het voor simracers mogelijk is om naar hogere klassen in de autosport te stromen. Dat klinkt voor velen ook als een sprookje, maar die droom brengt Ten Voorde ook meteen weer iets meer naar de realiteit. “Dat je natuurlijk dan wel in de mooie, maar ook zo harde wereld van de autosport gaat”, wijst hij. “Dan kom je in een wereld waar veel jongens in zitten. En als je er in komt en je hebt zelf nog geen budget, dan mag je heel hard vechten, omdat het in de autosportwereld, hard gezegd, ook gewoon grotendeels draait om de poen. Ik heb in mijn eerste jaar gezien hoe enorm zwaar het was om binnen te dringen. Hoe ik er uiteindelijk zelf binnen ben gekomen, is door heel veel coaching te doen en echt op het circuit te zijn. En ook echt mijn gezicht te laten zien en van hot naar her te rijden. In mijn topjaar stond er 120.000 kilometer op de teller op de normale auto. Mijn rugzak en mijn kussen lagen in de auto. Ik ging gewoon van circuit naar circuit, ook omdat ik een passie had.”

“En weet je, dat is dan hartstikke mooi”, vervolgt hij. “Maar het was ook hartstikke zwaar. De weg naar waar ik nu ben, waar ik nu gekomen ben, was echt met vallen en opstaan. Ik ben vaak gevallen, maar ik sta altijd één keer meer op dan dat ik val. Dus ik denk dat ik daarom ben waar ik nu ben, en waar we ook gaan komen. We zijn zeker nog niet klaar, 100 procent niet. Ik leer ook altijd weer bij. Ik ben gewoon een racer. Ik wil gewoon de beste zijn. Ik ken veel mensen die dat ook willen en die ook wel eens beter zijn. Maar dan is het mooie: wat doen ze anders, waar kan ik leren? En vooral in de spiegel kijken: wat kan ik zelf doen?”

Of hij, met al die uitdagingen, alsnog gelooft dat het mogelijk is voor simracers om de autosport te bereiken? “Ja, ik geloof daarin. Ja, ik geloof dat je vanuit de sim naar autosport kan. Dus als er nou jongens zijn die de Supercup willen bereiken en daar een van de beste van Nederland willen worden en natuurlijk ook die Cup meermaals willen winnen… Ik zeg: ga ervoor! Het wordt een supermooie weg, maar ook een hele zware weg. Ik weet zeker dat als je ervoor wil gaan en alles op alles zet, zonder plan B, dan geloof ik dat het lukt. Maar goed, daar komen natuurlijk weer veel dingen bij kijken. In de zin dat het wel toegankelijk is. En dat is natuurlijk bij de autosport nogal eens knokken en duwen om ergens tussen te kunnen komen.”

Tot slot heeft Ten Voorde nog bemoedigende woorden voor simracers die dat doel nastreven. “Wat ik wil zeggen, is dat als je in de sim als rijder heel snel ontwikkelt en als je een kans krijgt in die auto, dan heb je wel die basis. En als je dat dan goed oppakt, dan ben je wel snel snel. En als je snel snel bent, valt dat ook op. En met dat opvallen kun je weer doorstromen en dan kun je weer wegen openen. Zo van ‘hey jongens, ik ben niet alleen simracer, ik ben ook gewoon een megatalent. En ik ben de nieuwe toekomstige Supercup-winnaar.’”

larry ten voorde over simracen: van simulator gemaakt van bobslee tot onmisbare tool in autosport

TOP STORIES