Moet je oude benzineauto’s echt van stroom voorzien?
Foto: © Lunaz
Is het heiligschennis om een klassieke benzineauto om te bouwen naar een EV? Meestal niet. Natuurlijk: als ie nou een exceptioneel geweldige benzinemotor heeft, doe het dan niet. Ik heb mijn twijfels over omgebouwde Jags die hun leven als XK begonnen of Porsches die een zescilinder boxer hadden. Het is ook geen goed idee om harttransplantaties te gaan uitvoeren bij zeldzame of historisch belangrijke auto’s. Het spreekt voor zich dat originaliteit hier van groot belang is.
In het kaartenvak in het portier van mijn laatste klassieker bewaarde ik een 13-millimeter moersleutel. Op buitenwegen deed ie het prima, maar terug in de stad liep de temperatuur snel op en had ie een andere timing nodig, en dus sprong ik bij het eerste het beste stoplicht aan de rand van de stad uit de auto om de boel handmatig bij te stellen.
Een klassieker ombouwen naar een EV wordt niet booming
Toch: het elektrisch ombouwen van klassiekers zal nooit echt groot worden. De conversie kost vaak meer dan het hele ding waard is. Daarbij, klassiekers zijn haast per definitie zeldzame auto’s waarmee weinig kilometers worden gemaakt. De CO2-uitstoot van alle klassiekers van de hele wereld bij elkaar draagt dan ook microscopisch weinig bij aan de klimaatcrisis. Tenzij je echt veel kilometers rijdt met je oldtimer, zijn er betere manieren om batterijen te gebruiken.