Is de elektrische automarkt bevooroordeeld in Europa en dwingen fabrikanten klanten door alleen dure auto’s met hoge marges aan te bieden? Dit blijkt de bevinding te zijn van Transport&Environment, dat opmerkt dat de gemiddelde prijs van elektrische auto’s in Europa sinds 2015 met +39% is gestegen, terwijl deze in China met -53% is gedaald.
We weten het allemaal: elektrische auto’s zijn nog steeds te duur voor automobilisten uit de “middenklasse”. Niet iedereen kan het zich immers veroorloven om 50.000 euro of meer uit te geven aan een familiale elektrische wagen. De prijs blijft dus een barrière voor de aankoop en verspreiding van elektrische auto’s. Fabrikanten argumenteren anderzijds dat de hoge kosten van batterijen en de benodigde technologie voor elektrische auto’s de prijs verklaren. Maar volgens een enquête van de non-profitorganisatie Transport&Environment (T&E) zou dit niet de waarheid zijn. Volgens hen verstoren Europese fabrikanten al jarenlang de markt voor elektrische auto’s door hun aanbod te beperken tot grote, zeer winstgevende voertuigen.
Tegen goedkopere prijzen?
Volgens Transport&Environment “houdt deze strategie van de fabrikanten om de elektrificatie van het topsegment te bevorderen de democratisering van de elektrische auto tegen“. De organisatie bekritiseert ook dat “we nog steeds niet genoeg toegankelijke elektrische modellen hebben die toegankelijk zijn en aangepast aan de behoeften van het kernsegment van de markt. Erger nog, dit schaadt het publieke imago van elektrische auto’s, die nog te vaak worden gezien als een luxeproduct”.
Automobilist in de val gelokt?
In deze context stelt T&E dat de gewone consument eenvoudigweg in de val wordt gelokt: hij moet enerzijds zijn thermische auto opgeven in steden, maar kan zich anderzijds geen auto veroorloven die voldoet aan de Europese regelgeving. Kortom, de automobilist staat buitenspel. T&E is van mening dat dit een scharniermoment is, en stelt dat het nu tijd is om over te schakelen naar massaproductie van betaalbare elektrische auto’s. De organisatie vindt dat overheden een rol moeten spelen door deze overgang te subsidiëren. En ze roept op tot krachtigere maatregelen van de Europese Unie, vooral door het gebruik van bedrijfsauto’s te gebruiken om de overgang te versnellen. Dit is hier al het geval, maar niet in andere landen.
Heeft Transport&Environment gelijk om deze tekortkomingen en manipulatie met de vinger te wijzen? Niet echt, omdat de organisatie is ongetwijfeld het basisprincipe van industriële processen vergeten: innovatie dringt door via top-modellen (of producten), juist omdat het in het begin onbetaalbaar is en alleen de welgestelden het kunnen gebruiken. Bovendien is het niemand ontgaan dat Europese fabrikanten ver achterlopen op China als het gaat om elektrische auto’s. Ze hadden dus niet meteen de industriële kracht om te concurreren en dus hun prijzen te verlagen. Tot slot lijkt het vanuit praktisch oogpunt ook contraproductief om op grote schaal nieuwe technologieën te verspreiden die nog niet goed beheerst worden, met het risico dat er op grote schaal storingen optreden en klanten definitief ontmoedigd raken. Het is dus belangrijk om te relativeren. Ja, de overgang is bezig, maar wordt er niet gezegd dat Rome niet in één dag werd gebouwd?
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be