Renault heeft de nieuwe R5 E-Tech onthuld, zijn eerste betaalbare elektrische auto die minder dan 25.000 euro kost. Alleen lijkt de instapversie nu al problemen op te leveren. Het ontbreken van een boordlader met gelijkstroom maakt hem minder veelzijdig.
Alle waarnemers zijn het erover eens dat de nieuwe (en volledig elektrische) R5 E-Tech een schot in de roos is qua stijl en prijs, want de basisversie zal minder dan 25.000 euro kosten. Voor Renault – en bij uitbreiding de automarkt – is deze R5 een krachtig signaal, dat aantoont dat de Europese industrie ook in staat is om meer betaalbare elektrische auto’s te produceren.
Geen DC-lader
Bij de onthulling van het model op het Autosalon van Genève werden enkele technische vragen beantwoord. En het minste wat we kunnen zeggen, is dat we op onze honger blijven zitten. Het instapmodel – de goedkoopste versie dus – met batterij van 40 kWh en motor van 95 pk motor heeft simpelweg geen snellader met gelijkstroom.
Niet de eerste keer
Deze aanpak is verrassend, want Renault herinnert zich ongetwijfeld nog de berichtgeving over de Zoé, die deze uitrusting ook wegliet, wat alom verkeerd begrepen werd: het was optioneel. En later volgde de Mégane E-Tech, ook al zonder gelijkstroomlader. Sindsdien heeft Renault het roer omgegooid en een gelijkstroomlader (85 kW) gemonteerd.
Welke uitrustingspolitiek?
Het is duidelijk dat de Europese autoconstructeurs grote inspanningen moeten leveren om kosten te besparen en een goedkope elektrische auto aan te bieden. Dat blijft een grote uitdaging. Begrijpelijk dus dat Renault-topman Luca de Meo de Europese fabrikanten oproept om partners te worden en een soort ‘Airbus voor elektrische auto’s’ te vormen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be