Aleix Espargaro, Aprilia Racing Team
“Ik hoop dat ze het kunnen verbeteren”, wijst de ervaren Spanjaard naar het motorblok van Aprilia, dat in zijn ogen zowel koppel als vermogen mist in vergelijking met Ducati. “We hebben meer koppel in het middenbereik nodig. Na het wisselen naar een andere versnelling hebben we iets meer koppel en vermogen nodig. De 2024-motor is absoluut veel beter dan die van 2023, maar onze zwakte is nog steeds het motorblok. Als we met de grote jongens willen vechten, moet het motorblok meer vermogen leveren.”
De snelheid midden in de bocht is volgens Espargaro een grote kracht van de Aprilia RS-GP. Wel maakt hij zich zorgen dat hij hier niet van kan profiteren als hij dicht achter een andere rijder zit, iets waar zijn werkgever nog een oplossing voor moet vinden. “Ik hou van deze motor, het karakter is geweldig. Ik kan veel snelheid meenemen in het midden van de bocht en dat past bij mijn rijstijl, maar ik denk niet dat het makkelijk wordt om van richting te veranderen en te vechten. We hebben veel stabiliteit en dat is goed. Het is goed om dat te hebben als je wil inhalen en daarvoor meer risico’s wil nemen in de bocht. De motor is echter heel zwaar, dus we zullen het zien in Qatar.”
Viñales zoekt stabiliteit in remzone en bij insturen
Teamgenoot Maverick Viñales kwam minder goed uit de verf in Sepang. Hij besloot de test op de twaalfde positie en was ook minder te spreken over de vernieuwde RS-GP. De Spanjaard had met name moeite met het remmen en insturen van de bochten. “De balans bij het insturen van de bocht is nog niet geweldig. De motor is instabiel, waardoor ik niet kan pushen. Eigenlijk rij ik dus niet op de motor, maar rijdt de motor met mij”, concludeert Viñales dan ook. “Ik vind het moeilijk om de motor af te remmen, omdat die niet stabiel is. Daardoor kan ik niet hard remmen. Dat is iets wat we altijd moeten verbeteren, want Ducati is altijd heel sterk op dit vlak. Maar als we de juiste balans vinden en meer op het motorblok kunnen afremmen, helpt dat om beter te kunnen remmen.”