Wegenwacht breidt vloot uit met elektrische Volkswagenbusjes
De Wegenwacht is misschien niet de eerste organisatie die bij mensen opkomt als het gaat om duurzaamheid. De pechhulpdienst helpt auto’s en doet dat met auto’s. Maar juist daar valt veel te winnen als het gaat om duurzaamheid. De ANWB is de laatste jaren flink bezig haar eigen CO2-uitstoot te verlagen en doet dat onder andere door aanpassingen in het wagenpark van de Wegenwacht. De vloot van de pechhulpdienst moet in 2025 een kwart minder CO2 uitstoten dan in 2019. Rond 2030 wil de ANWB Wegenwacht volledig emissievrij zijn.
Negentig elektrische auto’s
Er rijden in Nederland zo’n negenhonderd Wegenwachtauto’s rond. Daarvan zijn er nu veertig elektrisch. Daarnaast rijden er nog drie e-motoren, vijf e-fietsen en drie waterstofvoertuigen. Dit jaar komen er in totaal negentig emissieloze voertuigen bij, waarvan dertig ID. Buzz’s, die vanaf april de weg opgaan. De overige nieuwe elektrische auto’s, allemaal Volkswagens van het type ID. 4, gaan verspreid over het tweede en derde kwartaal van dit jaar de weg op.
Volkswagenbusje
ZE-truck
De komende jaren zal de Wegenwacht zijn elektrische wagenpark verder uitbreiden. Het is de bedoeling elk jaar zo’n honderd nieuwe (batterij-)elektrische voertuigen aan het wagenpark toe te voegen. De vrachtwagens van de Wegenwacht worden nog niet vervangen door een elektrische variant. Duurzaamheidsmanager bij de ANWB Wegenwacht Jasper IJsselstijn: “We zijn vorig jaar gestart met een zoektocht naar een geschikte ZE-truck [zero-emissie-vrachtwagen, red.]. Dit valt niet mee, het aanbod is zeer beperkt of de wagens hebben grote beperkingen tegen veel hogere kosten.”
Transitiebrandstof
Om voor de achttien trucks die de Wegenwacht heeft, toch de gestelde doelen te halen, kunnen deze wagens biobrandstof (HVO) tanken. IJsselstijn: “Tot we geschikte trucks hebben gevonden, zien wij biobrandstof als een transitiebrandstof. We bieden nu de mogelijkheid HVO te tanken. Omdat dit momenteel nog maar bij een aantal pompen van onze leverancier beschikbaar is, is het aandeel nog beperkt. In de komende jaren verwachten wij hier wel met sprongen vooruit te kunnen gaan.”