Geldzaken

Steeds meer elektrische auto’s in Nederland: hoe behouden we een dekkende laadinfrastructuur?

steeds meer elektrische auto’s in nederland: hoe behouden we een dekkende laadinfrastructuur?

Steeds meer elektrische auto’s in Nederland: hoe behouden we een dekkende laadinfrastructuur?

Steeds meer mensen rijden elektrisch. En in de logistiek- en transportsector maakt de elektrische aandrijving ondertussen ook een stevige opmars. Laadinfrastructuur móét meegroeien, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hoeveel laadpalen heb je precies nodig? Welk type? En waar zet je ze neer? Arcadis bouwde daar door de jaren heen veel ervaring in op en publiceerde onlangs de belangrijkste lessons learned. De sleutels tot succes: data, data en data.

De transitie naar elektrisch rijden gaat hard in Nederland. Eind vorig jaar reden er bijna 330.000 volledig elektrische auto’s rond in ons land. Plus bijna 200.000 plug-in hybride varianten. Afgelopen december had 45 procent van alle nieuw verkochte auto’s zelfs een volledig elektrische aandrijving. Ook in de transportsector gaat het hard. Zo hard zelfs dat de sector tot en met 2030 maar liefst 625 miljoen euro moet investeren in dekkende laadinfrastructuur, bleek uit onderzoek van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur. Een ‘grote verduurzamingsuitdaging’, stelden de onderzoekers, die de overgang naar elektrisch rijden kan vertragen.

“De transitie naar elektrisch rijden is onafwendbaar en gaat ontzettend snel”, beaamt Arnoud Neidig, marktgroepdirecteur Mobiliteit bij Arcadis. “Daar moeten we ons op voorbereiden, zeker op het gebied van laadinfrastructuur.”

Dekkende laadinfrastructuur

Nederland staat al te boek als het land met de grootste ‘laaddichtheid’ van Europa. Momenteel staat de teller op zo’n 120.000 (semi)publieke laadpunten en bijna 4.200 (semi)publieke snelladers. Toch is er werk aan de winkel, zegt Neidig: “Er moet echt nog wel een tandje bij. Met name in grote steden, waar de ruimte beperkt is. Maar ook vrachtverkeer is een belangrijk aandachtspunt, waar zwaardere laadvoorzieningen voor nodig zijn. Er gebeurt gelukkig veel. Laadpunten worden op grote schaal uitgerold en er zijn meerdere innovatieve pilots gaande, zoals het herbestemmen van lantaarnpalen als laadpunten en het inrichten van mobiliteitshubs. Maar haast is geboden.”

Om een handje te helpen, publiceerde de Engelse tak van Arcadis onlangs de Electric Vehicle Charging Infrastructure Blueprint. In het Verenigd Koninkrijk worden momenteel namelijk flinke slagen gemaakt op het gebied van infrastructuur. “Overheden, bedrijven en laadpaal-exploitanten rollen daar nu duizenden laadpunten uit”, zegt Neidig. “Dan wordt advies interessant. Arcadis heeft inmiddels behoorlijk wat ervaring, daarom besloten we om onze best practices en lessons learned te delen.”

Data verzamelen en analyseren

Een kleine nuance: een echte blauwdruk voor dekkende laadinfrastructuur bestaat niet. Het verschilt per situatie hoeveel laadpunten (en welk type) je nodig hebt en waar je die neerzet, stelt Neidig. Maar hoe je tot de beste oplossing komt in specifieke situaties, dáár ontwikkelde Arcadis wel een blauwdruk voor. Stap één is het verzamelen van data. “Dat begint met demografische informatie van het gebied waar je laadinfrastructuur wilt uitrollen”, aldus Neidig. “Waar wonen mensen? Waar werken ze? Hoeveel van hen hebben een elektrische auto? En hoeveel komen er (naar verwachting) bij in de aankomende jaren?”

Ook verkeersdata (welke routes rijden mensen?) en ruimtelijke data (op welke plekken kunnen laadfaciliteiten geplaatst worden) zijn essentieel. Hetzelfde geldt voor data over het elektriciteitsnetwerk, want tegenwoordig is lang niet overal genoeg ruimte op het net voor laadinfrastructuur. “Het gaat dus niet alleen om wat je wilt, maar ook om wat er überhaupt mogelijk is”, stelt Neidig. “Door al die data over een gebied over elkaar heen te leggen, zie je patronen ontstaan.”

Arcadis hoeft die patronen overigens niet zelf te herkennen. Daar gebruikt het analyse-software voor, die de datapatronen helder in beeld brengt. Neidig: “Op basis daarvan kunnen we keuzes maken en strategieën bepalen.”

Rekening houden met onzekerheid

Máár… de voorspellingen brengen wel een bepaalde mate van onzekerheid met zich mee, benadrukt Neidig. “Veel factoren laten zich nu eenmaal lastig voorspellen. De opkomst van nieuwe technologieën is daar een goed voorbeeld van. Neem waterstof: zeker voor zwaar vrachtverkeer kan dat een goede optie zijn. De infrastructuur daarvoor wordt nu ook langzaamaan uitgerold. Het is nog niet duidelijk hoe dat zich precies zal ontwikkelen, maar het heeft wel gevolgen voor de laadinfrastructuur die we in toekomst nodig hebben. Hetzelfde geldt voor de ruimte op het elektriciteitsnet. Dat is onzekerder dan ooit, dus we moeten rekening houden met zowel onverwachte knelpunten als onverwachte meevallers.”

Ook menselijk gedrag is een onzekere factor. Hybride werken was al in opkomst, maar door de coronapandemie ging dat ineens een stuk sneller. Sinds de pandemie werken veel mensen vaker thuis, maar anderen hebben de weg naar het kantoor juist weer gevonden. Dat heeft gevolgen voor het woon-werkverkeer en dus ook voor de benodigde laadinfrastructuur. “Hoe vaak gaan mensen nu nog naar kantoor? En op welke dagen en tijdstippen? Dat is (zeker nu) bijzonder lastig te voorspellen. Je kan de laadinfrastructuur natuurlijk dimensioneren op de drukste momenten, maar dat betekent ook dat de initiële investering hoog is en dat de laadpunten relatief weinig gebruikt worden.”

Knelpunt in de transitie?

Best wat onzekerheid dus. Maar dat moet ons vooral niet tegenhouden, stelt Neidig. “Het grootste risico van die onzekerheid is vertraging en dat kunnen we er niet bij hebben op dit moment.” Laadfiles verwacht Neidig niet in Nederland, daar zijn de ritten in Nederland te kort voor. Maar in drukkere steden kunnen wel degelijk problemen ontstaan. En hetzelfde geldt op het gebied van zwaar transport.

“De overstap naar elektrisch rijden gaat gewoon ontzettend rap in Nederland”, besluit hij. “Dat móét je bijbenen, anders wordt de laadinfrastructuur een knelpunt die de transitie remt. ”

TOP STORIES