Stoffel Vandoorne, Peugeot
Technisch directeur Olivier Jansonnie is blij met de komst van Vandoorne, die in feite de vervanger wordt van de gestopte James Rossiter. “Het gaat twee kanten op”, legt Jansonnie uit als hem gevraagd wordt of Vandoorne slechts de opvolger is van Rossiter of dat men voor de lange termijn een plan heeft met de Belg. “Stoffel heeft natuurlijk een druk schema, dat is niet eenvoudig. Er gaat veel energie in zitten. Maar hij is betrokken bij DS in de Formule E, we hebben graag een rijder van de groep bij Stellantis. Het was voor ons een logische stap hem te vragen voor deze positie. Het is heel belangrijk dat we op onze rijders kunnen rekenen in de programma’s die we bij Stellantis Motorsport op poten gezet hebben. Of er nog meer in zit? Het is nu nog iets te vroeg dat te zeggen. We moeten eerst kijken hoe we dit in zijn huidige werkschema kunnen passen. Het is vanzelfsprekend een heel goed teken dat een coureur erg druk is, maar daar moeten we dit jaar wel een balans in vinden.”
Vandoorne heeft vorige week alsnog zijn eerste meter gemaakt met de Peugeot 9X8, het team was op Aragon om een laatste endurance-test te doen voordat het WEC-seizoen volgende maand begint met de 1.000 mijl van Sebring. Vandoorne heeft al heel wat ervaring in de enduranceracerij. Hij reed in 2021 voor LMP2-topteam Jota Sport en scoorde vijf podiums in zes races. In 2019 reed hij voor SMP Racing twee races in een LMP1-wagen. De Aragon-test was belangrijk voor Vandoorne omdat hij er meteen moet staan als reserve. “We zijn pas net begonnen”, legt Jansonnie uit. “We moeten hem betrekken in het testwerk, in eerste instantie omdat hij waardevolle feedback kan leveren. Hij heeft enorm veel ervaring, het is interessant om te zien wat hij over de auto te zeggen heeft. Daarnaast is hij onze reserve en moet hij er meteen staan als een van onze rijders ziek is. Hij moet meteen kunnen racen. Dus hij heeft kilometers nodig.”