In een poging de verkeersveiligheid nog efficiënter te verbeteren (en de staatskas lekker te spekken) heeft het Openbaar Ministerie een nieuw wapen aan het arsenaal toegevoegd. De verplaatsbare ‘flexflitser’ zal het gat tussen de mobiele radarwagens en vaste flitspalen gaan opvangen.
Bij het altijd gezellige Openbaar Ministerie werken goudeerlijke mannen en vrouwen dag en nacht om de wereld beter te maken voor de Nederlandse burger. Zo is het ministerie druk bezig met het veilig houden van het wegennet door hardrijders aan te pakken.
De ‘flexflitser’
De nieuwe strijdbijl van het OM luistert naar de hippe naam ‘flexflitser’. Dat klinkt als een nieuw soort grensoverschrijdende social media influencer, maar niets is minder waar. De flexflitser is namelijk niets meer dan een verplaatsbare flitspaal.
“Bestuurders worden zich meer bewust van hun snelheid en passen ze hun verkeersgedrag aan. Die gedragsverandering is nodig om de wegen veiliger te maken.”
150 locaties
De flexflitser is minder voorspelbaar dan de traditionele flitspaal.
Na een succesvolle pilot met de flexflitser gaat het project volgende week van start met de eerste locaties in Hoorn en Bergen op Zoom. Een week later zal het apparaat opduiken in Amsterdam, gevolgd door Venlo en Soest. Nog voor het einde van het jaar moeten er volgens het OM minimaal twintig flexflitsers operationeel zijn. In 2023 komen daar nog eens dertig bij.
De vloot van in totaal vijftig verplaatsbare flitspalen heeft 150 locaties toegewezen gekregen. De palen zullen na een paar maanden van locatie veranderen, waarschijnlijk omdat de accu na twee maanden toch echt leeg is. De inzet van de flexflitsers moet het OM dichter bij het nobele doel van nul verkeersdoden in 2030 gaan brengen.