Officieel: Ford terug in de Formule 1 vanaf 2026
Ford in de F1
Ford’s rijke F1-geschiedenis begon in 1966, toen Bruce McLaren een drieliter versie van de Ford IndyCar V8 uitprobeerde bij gebrek aan beter. Een jaar later sloot The Blue Oval een uiteindelijk extreem lucratieve deal met Britse motorspecialist Cosworth voor de naamrechten van de Double Four Valve. De drieliter V8 domineerde de Formule 1 in de jaren ’60 en ’70 tot de komst van betrouwbare turbomotoren.
Na geklungel met een instabiele turbo viercilinder maakte Ford-Cosworth twee anonieme jaren mee met een twin turbo V6, maar vanaf 1987 gingen de partners weer op de oude voet verder. De 3,5 liter HB werd een succes in de vroege jaren ’90, en won uiteindelijk de laatste Ford-titel met Michael Schumacher en Benetton in 1994.
Onder het label van recent aangekocht Brits luxemerk Jaguar probeerde Ford het nieuwe Ferrari te worden. Helaas werden de vijf seizoenen gekenmerkt door een stoelendans van toppersoneel en coureurs en een compleet gebrek aan visie. De ironie was compleet toen klantenteam Jordan in 2003 de laatste Grand Prix overwinning voor een Ford-motor scoorde.
Eind 2004 verkocht Ford de complete operatie voor een symbolisch bedrag van 1 pond aan drankjesfabrikant Red Bull, een oude bekende van de Sauber-jaren. De rest is geschiedenis.
Cirkeltje rond
Ford heeft het cirkeltje nu rondgemaakt door zich juist aan te sluiten bij Red Bull Racing als financiële en (licht) technologische partner van het Powertrains motorproject. Nu Honda en Porsche buiten beeld zijn verdwenen heeft het team uit Milton Keynes immers alle mogelijke hulp nodig. Vanaf 2026 zullen er in de fabriek Red Bull-Ford motoren van de band rollen.