Marko en Red Bull krijgen toezegging van Honda na aankondiging Aston Martin-samenwerking
Red Bull Racing had graag de samenwerking met Honda voortgezet, maar volgens Helmut Marko was dat praktisch onmogelijk. Nu gaan de Japanners een samenwerking aan met Aston Martin, terwijl Red Bull in de vorm van Ford al een nieuwe partner heeft gevonden voor de reglementswijzigingen van 2026.
Dat een hernieuwde samenwerking tussen Red Bull en Honda onmogelijk is, blijkt volgens Marko uit het feit dat de opzet van Red Bull Powertrains succesvol verloopt. Die motorafdeling kwam zelfs tot stand door het vertrek van Honda na 2021. ‘We moesten reageren’, stelt Marko bij Motorsport-Magazin.com. ‘En toen Honda vorig jaar besloot om door te gaan, was er geen gemeenschappelijke weg meer die bevredigend geweest was voor ons beiden.’
Red Bull was immers al bezig met de opzet van een eigen motorafdeling. Om dan weer samen te werken met Honda, dat alles aan de krachtbron zelf wil bouwen, was onlogisch geweest. ‘We hebben de moedige en dure beslissing genomen om onze eigen motor te bouwen nadat Honda had aangekondigd dat ze volledig zouden stoppen’, aldus die Marko, die uitlegt dat de uitgaven aan RBPT anders achterhaald zouden zijn.
Red Bull voerde wel gesprekken met Honda
Het betekent echter niet dat er geen gesprekken gaande waren tussen Red Bull en Honda. ‘Er waren gesprekken over een mogelijke samenwerking, maar we konden het niet eens worden met Honda over wie wat zou doen’, vertelt de motorsportchef van Red Bull, dat uiteindelijk de samenwerking aangaat met Ford. ‘Ze hebben deze F1-ervaring niet, maar kunnen wel veel bijdragen met de batterij.’
Rouwig om de nieuwe samenwerking tussen Honda en Aston Martin is Marko niet. Dat komt doordat de opzet van RBPT geheel volgens plan verloopt. ‘Alle motoren die al gebouwd zijn, zijn min of meer op het niveau dat je zou verwachten.’ Dit is wel voor 2026, want tot en met 2025 rijdt Red Bull nog met Honda-motoren. De Japanners blijven tot die tijd toegewijd aan Red Bull. ‘We hebben schriftelijke garanties gekregen dat de prioriteit pas in 2025 zal veranderen en dat ze, net als wij, met volle inzet zullen blijven werken om meer wereldkampioenschappen te winnen.’
