Lange tijd werd ermee gelachen, maar nu boeken de Chinese autoconstructeurs buitengewone winsten. BYD bijvoorbeeld zag zijn winst in het eerste kwartaal van 2023 vervijfvoudigen, ondanks grote investeringen om verder te groeien.
In Europa vinden velen dat de Chinese autofabrikanten nog in hun kinderschoenen staan. Ze zijn nog op zoek naar winst en tot nu toe hebben ze hun bestaan louter te danken aan de royale subsidies van de Chinese overheid om de transitie naar elektrische auto’s te stimuleren, luidt het. Deze visie is echter totaal verkeerd en de Chinese constructeurs hebben geen lessen meer te leren. Integendeel, ze zijn nu zelfs in staat om de toon te zetten.
Volume en winst
Vaak wordt gedacht dat verkoopvolume nastreven een kortetermijnstrategie is die knabbelt aan de marges. Toen Luca de Meo het roer overnam bij Renault, besloot hij de volumes te verminderen, niet meer te verkopen tegen elke prijs en de marges op de auto’s te beschermen. Hetzelfde geldt voor Carlos Tavares bij Stellantis. Die aanpak zet de twee managers ertoe aan niet mee te doen aan de prijzenoorlog die Tesla in gang heeft gezet.
Ondanks prijzenoorlog
Met de bekendmaking van dergelijke resultaten verrast BYD de analisten, want deze opzienbarende groei gebeurt in het midden van een prijsoorlog (uitgeroepen door Tesla), maar ook in een context van grote investeringen die het Chinese merk de afgelopen jaren heeft gedaan. BYD heeft namelijk veel nieuwe fabrieken gebouwd en de meeste daarvan draaien nog niet op 100 procent capaciteit, wat op de marges weegt.
Wat is het geheim?
Je kunt je afvragen hoe BYD dergelijke resultaten neerzet, die voor de westerse auto-industrie onmogelijk lijken. Het antwoord ligt voor de hand: BYD controleert de hele productieketen. De fabrikant heeft zijn eigen mijnen, verwerkingsfabrieken voor grondstoffen, produceert zijn eigen cellen en batterijpakketten en zelfs zijn eigen halfgeleiders, die zo veel problemen veroorzaakten tijdens het economisch herstel na de crisis.
Ja, de Chinese autoconstructeurs zijn sterk. En ze zullen de komende maanden en jaren nog sterker worden. Van de 550.000 verkochte auto’s in het eerste kwartaal van het jaar gingen er slechts 117.000 naar het buitenland (117 naar België). Er is dus nog veel groeimarge, vooral omdat er nog veel nieuwe modellen aan het gamma worden toegevoegd. Zo komt er een kleine en betaalbare auto voor ongeveer 10.000 euro. Terwijl de Europese constructeurs (en westerse constructeurs in het algemeen) zich de afgelopen drie jaar reorganiseerden om hun toeleveringsketens veilig te stellen, lijkt het erop dat de Chinezen een voorsprong hebben genomen die moeilijk in te halen is…