Leclerc ‘erg onder de indruk’ van teambaas Vasseur: ‘Hij begreep Ferrari meteen’
Charles Leclerc is ‘erg onder de indruk’ van nieuwe teambaas Frédéric Vasseur, geeft hij aan bij Motorsport.com. Vasseur is overgekomen van Alfa Romeo en neemt het stokje over van Mattia Binotto, die voorheen de teambaas was van Ferrari. De Fransman is in januari officieel in zijn functie getreden en Ferrari-coureur Leclerc is nu al erg te spreken over hem.
Na een veelbelovend maar uiteindelijk tegenvallend 2022-seizoen werd het tijd voor Ferrari om een nieuwe weg in te slaan. Met het aanstellen van Vasseur als nieuwe teambaas hopen ze al een stap in de goede richting te doen. Ferrari-coureur Leclerc is onder de indruk van zijn nieuwe teambaas: ‘Hij introduceerde zichzelf heel fijn naar het team’.
Volgens Leclerc is het niet altijd makkelijk om bij een nieuw team te komen, vooral niet bij Ferrari. ‘Het is hier enorm, en Ferrari is anders dan andere teams. Maar vanaf het moment dat hij (Vasseur, red.) bij ons kwam begreep hij binnen de eerste paar dagen hoe Ferrari werkt’, zegt Leclerc, die positief uitkijkt naar de samenwerking. ‘Hij is duidelijk en zet een goede sfeer neer, dat is super belangrijk.’
Wat heeft de toekomst bij Ferrari voor Leclerc te brengen?
Leclerc zal samen met zijn teamgenoot Carlos Sainz wederom in 2023 gaan strijden voor de wereldtitel. Na een frustrerend seizoen in 2022, werd Leclerc ondervraagd over zijn contract bij Ferrari. De Monegask vindt het nu nog te vroeg om te spreken over een eventuele verlenging of een eventueel vertrek, aangezien hij de komende twee seizoenen nog bij Ferrari zal rijden.
Vanaf 2025 zal het interessant worden op de grid, met een mogelijk aflopend contract voor Leclerc bij Ferrari, maar ook voor Lewis Hamilton bij Mercedes en Lando Norris bij McLaren. Toch geeft de 25-jarige aan er nog niet zo hard over na te denken. ‘Twee jaar is nog ver weg’, sprak Leclerc, die zich eerst wil focussen op het komende seizoen. ‘Tegen die tijd zien we wel wat de beste optie voor mij is, maar daar zijn we nog niet.’
