Auto

Interesse in elektrische auto's daalt voor het eerst in jaren: 'te duur, te onzeker'

interesse in elektrische auto's daalt voor het eerst in jaren: 'te duur, te onzeker'

Interesse in elektrische auto’s daalt voor het eerst in jaren: ‘te duur, te onzeker’

We waren in Nederland lekker bezig met de overstap naar elektrisch rijden. Maar de stijgende kosten en de onzekerheid over belasting en regelgeving maakt dat de interesse van Nederlanders in elektrisch rijden daalt, voor het eerst in jaren.

Nergens ter wereld staan er per vierkante meter zoveel laadpalen als in ons land. En een hele poos kochten we veel elektrische auto’s, en wilden ook veel brandstof-rijders graag overstappen naar elektrisch. Nu begint dat te kenteren, onderzocht de ANWB in zijn Elektrisch Rijden Monitor. Voor het eerst in lange tijd is de groep die níét van plan is elektrisch te gaan rijden (28%), groter dan de groep die dat binnen vijf jaar wél wil gaan doen (27%).

De terughoudendheid komt door de blijvend hoge prijs van een elektrische auto en de mogelijkheid om niet privé te kunnen laden. Want ook al komen er steeds meer betaalbare elektrische auto’s bij, is het tweedehands aanbod volgens veel ondervraagden nog te duur. En dat is nog zonder het nieuws van deze week dat de subsidie voor tweedehands auto’s na dit jaar wordt afgeschaft. Die lage interesse in tweedehands zorgt weer voor een kleinere restwaarde van de auto, waardoor ook nieuwkopers weer gaan twijfelen.

Verbruikskosten gestegen

Het meest genoemde argument tegen elektrische auto’s is dan ook de aankoopprijs: die is voor 71 procent van de Nederlanders te hoog. Gemiddeld kost een elektrische auto dik 45K, terwijl we gemiddeld maar 31.699 euro aan een elektrische auto willen uitgeven. Daarna komt het oprit-argument: 32 procent van de Nederlanders kan een elektrische auto niet privé opladen. Want al ligt je dak vol zonnepanelen: heb je geen oprit, dan je aangewezen op de publieke laadpalen, voor een soms sterk wisselend tarief.

Bovendien moeten die palen nog maar beschikbaar zijn – argument nummer 3. Want hoewel we in Nederland relatief veel openbare laadpunten hebben, groeit dat aantal lang niet zo snel als het aantal elektrische auto’s. ANWB telt dik 440.000 auto’s op een kleine 145.000 publieke palen. Dat is 3,1 auto per paal, met in ons land bijna 800 snellaadlocaties.

Dat is al met al helemaal niet slecht, en vraagt in de praktijk hooguit wat gewenning. Maar voor wie nu nog brandstof is gewend, zijn die palen dus een belangrijk argument tegen. Net als de range anxiety: de angst dat het rijbereik te klein is, ook al blijkt dat in de praktijk reuze mee te vallen. Wel is de prijs per kilometer bij elektrisch rijden gestegen, van gemiddeld 61 cent per kilometer in 2022 naar nu 72 cent per kilometer. Zelfs met de hoge benzineprijzen kan je dan op brandstof onder de streep goedkoper uit zijn.

Dreigende wegenbelasting helpt niet

Helaas pakt de overheid ook niet meer zo voortvarend door als de afgelopen jaren. Er dreigt wegenbelasting voor elektrische auto’s. Hoewel uitgesteld, gaan EV-rijders vanaf 2026 een deel wegenbelasting betalen en vanaf 2031 het volle pond: op basis van gewicht, dus dat is geen flauw bedrag. En ook dat vooruitzicht is voor veel Nederlanders dan weer niet aanlokkelijk. Gelukkig lijkt een gewichtscorrectie voor die geregeld te worden. Maar met de subsidie is het binnenkort dus voor nieuwe en tweedehands auto’s gedaan.

Toch moet er iets veranderen, wil de elektrische auto aantrekkelijker ogen voor de huidige groep brandstofrijders. Die groep is fors, want maar een kleine 5 procent van het Nederlandse wagenpark is elektrisch. Dat is Europees gezien best aardig: alleen de Scandinavische landen doen het beter. In Zweden rijdt 6 procent elektrisch, in IJsland 9 procent en in Denemarken 5,8 procent. Uitschieter is Noorwegen waar al 23 procent van de auto’s elektrisch is: Noorwegen subsidieert de overgang enorm, met geld uit zijn olie-schatkist.

Meer elektrisch rijden en mis niets met onze Bright-app.

TOP STORIES