- Gat tussen wat mensen willen betalen en aanschafprijs is te groot
- Het kostenplaatje van elektrische auto wordt minder aantrekkelijk
- LEES OOK: Is het verstandig om in 2024 een tweedehands elektrische auto te kopen?
Dennis Wilman/Business Insider Nederland
Voor eerst in jaren zijn er minder mensen die van plan zijn om in de komende vijf jaar elektrisch te gaan rijden, dan de mensen die dat wel willen. Uit onderzoek van de ANWB blijkt dat 28 procent van de 2.000 ondervraagde personen een elektrische auto niet ziet zitten, terwijl 27 procent de elektrische vierwieler wel voor de deur ziet staan.
De redenen waarom dit het geval is mogen geen verrassing meer zijn: de aanschafprijs van de gemiddelde elektrische auto is te hoog en het niet voor de deur (of op de oprit) kunnen laden worden gezien als de twee belangrijkste obstakels.
De ondervraagden stellen dat er nog steeds niet genoeg openbare laadpalen in Nederland staan. Volgens de ANWB was er één paal per 3,1 elektrische auto’s beschikbaar in 2023. In totaal stonden er 144.453 laadpunten in het land. Dat aantal is dit jaar alweer toegenomen.
Gat tussen wat mensen willen betalen en aanschafprijs is te groot
Volgens de ANWB zijn mensen bereid om net geen 32.000 euro aan een nieuwe elektrische auto uit te geven. Iets wat vrijwel onhaalbaar is, omdat de gemiddelde prijs bijna 14.000 euro hoger ligt op meer dan 45.500 euro.
Die actieradius werd ook genoemd als een van de factoren waarom mensen niet elektrisch willen gaan rijden. Al is het gat tussen wens en realiteit daar aanzienlijk kleiner.
Vanaf 400 kilometer actieradius zien mensen zich wel overstappen in een elektrische vierwieler. De gemiddelde actieradius ligt nu net iets eronder op 395 kilometer. Dat was enkele jaren nog aanzienlijk minder. In 2020 moest men bijvoorbeeld nog genoegen nemen met een gemiddelde van 305 kilometer.
Het kostenplaatje van elektrische auto wordt minder aantrekkelijk
Op korte termijn zijn er meerdere kostentechnische factoren die de aanschaf van een elektrische auto in de weg zitten.
Maar naast de wegenbelasting wordt het sowieso duurder om elektrisch te rijden. De prijs per kilometer steeg dit jaar naar 72 cent per kilometer. Dat was in 2021 nog 61 cent. Dat komt overigens niet zo zeer door de hogere elektriciteitskosten, maar voornamelijk doordat de jaarlijkse afschrijving op de waarde van elektrische auto’s is toegenomen.
Doordat er minder vraag naar elektrische auto’s is op de tweedehandsmarkt, vallen de restwaardes van EV’s aanzienlijk lager uit dan verwacht. Ook hier speelt de aanschafprijs weer een belangrijke rol, want ook degene die in de markt is voor een tweedehands auto vindt dat de elektrische varianten nog te duur zijn.
Daarnaast zijn veel van de elektrische occasions technisch achterhaald, vergeleken met wat er nu wordt aangeboden, waardoor ze bijvoorbeeld niet kunnen tippen aan de actieradius van een modernere vergelijkbare elektrische auto.
De gehele top 5 van grootste drempels die de ANWB hoorde in het onderzoek, ziet er als volgt uit:
- Elektrische auto’s zijn te duur
- Kan auto niet privé laden
- Geen of weinig publieke laadpalen
- Onvoldoende actieradius
- Hoge onderhoudskosten
