Auto

Ferrari duidelijk de zwakste motorleverancier van 2022, Red Bull volgt keurig op P3

ferrari duidelijk de zwakste motorleverancier van 2022, red bull volgt keurig op p3

Ferrari duidelijk de zwakste motorleverancier van 2022, Red Bull volgt keurig op P3

‘Aerodynamica is voor mensen die geen motor kunnen bouwen’, zo luidt de befaamde uitspraak van Enzo Ferrari. Hij zou zich omdraaien in zijn graf als hij de statistieken van 2022 mee zou krijgen. F1Maximaal.nl is in de data gedoken, en wat blijkt: Ferrari is verreweg het minst betrouwbare team gebleken als we het hebben over de motoren. Ook Renault is dit jaar vaak negatief in de prijzen gevallen. Red Bull Racing – eigenlijk Honda, en Mercedes hebben een motor voortgebracht waar je op kan bouwen.

Aan de hand van informatie van het hele jaar kijken we naar welke leverancier de minst betrouwbare motor geboden heeft. Dan denk je natuurlijk al snel aan Ferrari, want Charles Leclerc heeft dit jaar met enige regelmaat blikken gevangen toen er grote, witte rookpluimen uit zijn rode Ferrari opsprongen. De cijfers bevestigen dat het inderdaad Ferrari is dat de meeste uitvalbeurten gekend heeft, al zijn er ook meer auto’s op de grid met een Ferrari-motor.

Voor de volledigheid tonen we dus ook nog even een relatief getal. Waarom? Omdat het risico dat een coureur motorproblemen krijgt vanwege bijvoorbeeld slijtage nou eenmaal bij elke leverancier aanwezig is. De kans op een plofmotor is nooit nul, en wanneer je dan zes coureurs rond hebt rijden, is de kans dat je net een aantal keren ongelukkig uitkomt iets groter. Zodoende zegt de relatieve hoeveelheid uitvalbeurten per coureur wel degelijk wat over de betrouwbaarheid.

Motorleverancier Uitvalbeurten Auto’s die met motor van leverancier rijden Relatieve gemiddelde uitvalbeurten per coureur
Ferrari 12 6 2
Renault 6 2 3
Red Bull Powertrains 5 4 1,25
Mercedes 3 8 0,38

Wat zou Enzo Ferrari hiervan denken?

Ferrari, de man die er heilig van overtuigd was dat de motor het hart van de auto is, had 2022 waarschijnlijk niet met droge ogen aan kunnen zien. Maar liefst twaalf keer zag een coureur met een Ferrari-motor de eindstreep niet vanwege mankementen bij het materiaal. Door het seizoen heen doken er suggesties op van dat Ferrari haar motor te agressief gebruikte. Daardoor hadden ze een snelheidsvoordeel, maar ook last van betrouwbaarheidsproblemen.

In Saoedi-Arabië zagen we daar de eerste voortekenen al van, al dacht Ferrari wellicht dat de fout bij het koelsysteem van Valtteri Bottas veroorzaakt werd door het Midden-Oosterse klimaat. In race twee was het dus al raak. Drie races daarop, in Miami, werd er wederom een Alfa Romeo getroffen, nu was Bottas’ Chinese teamgenoot Zhou Guanyu aan de beurt.

Het ging van kwaad tot erger met een seizoensdeel waarin in vier wedstrijden zes mootoren ermee ophielden bij Ferrari. In Spanje begaf de turbo van Leclerc het, terwijl Zhou zijn tweede DNF op rij moest noteren na vermogensverlies. Een race later, in Monaco, verloor Kevin Magnussen de waterdruk bij zijn Ferrari-krachtbron, maar de gifbeker moest leeg.

Te Azerbeidzjan ervoer Leclerc wederom een spectaculaire uitvalbeurt vanaf P1, en de alarmbellen gingen nu écht rinkelen bij Mattia Binotto. Een kampioenschapsstrijd zou lastig worden als je elke derde of vierde race de finish niet haalt. Overigens hield Magnussens motor er in Azerbeidzjan ook mee op – twee wedstrijden op rij, dus – terwijl Mick Schumacher in Canada de wedstrijd niet uitreed.

Ferrari herpakt zich wel

Het kan bijna niet anders dan dat Ferrari na die moeilijke eerste helft van het jaar minder van het materiaal is gaan vragen. Vanaf Oostenrijk nemen de uitvalbeurten namelijk flink af, al moest Sainz daar nog uit een brandende Ferrari springen. Daarna zien we enkel een kapotte motor voor Zhou in Frankrijk, een fout bij het brandstofsysteem voor Bottas in Hongarije en een PU-failure voor Bottas in Nederland.

Inmiddels gaat het al vier races op rij goed bij alle Ferrari-rijders. Daarnaast heeft Leclerc in de Verenigde Staten een gridstraf gepakt om nieuwe motoronderdelen te introduceren. Vermoedelijk deed de Italiaanse renstal dit met het oog op 2023. Volgend jaar hopen ze ongetwijfeld de kampioenschapsstrijd gaande te houden, en daar heb je nou eenmaal een snelle én stevige motor voor nodig.

Alonso’s Alpine-kritiek terecht

Fernando Alonso zegt het heel het jaar al: ‘Ik heb wel vijftig punten laten liggen omdat wij de betrouwbaarheid niet op orde hebben.’ Of het er vijftig zijn, valt te betwisten. Wel is het duidelijk dat Renault eveneens geen motor ontwikkeld heeft die vlekkeloos presteert. Relatief aan de hoeveelheid coureurs die met de motor rijden hebben Alonso en teamgenoot Esteban Ocon verreweg de meeste gemiddelde uitvalbeurten gekend.

Ook bij de Franse renstal begon de malheur al in Saoedi-Arabië. Een probleem met de waterpomp maakte destijds een einde aan de Grand Prix, tot grote ergernis van de ervaren Spanjaard. Daarna ging het zeven races op rij goed bij Alpine, een zeer verdienstelijke reeks. Ook aan deze reeks moest echter een einde komen.

Ocon haalde de eindstreep niet in Groot-Brittannië vanwege een kapotte brandstofpomp, en een race later in Oostenrijk kampte Alonso met elektrische problemen. Met wederom een waterdrukprobleem voor Alonso in Italië, en een dubbele DNF voor het Alpine-duo in Singapore komt het totaal dus op zes te staan. Met name de meest recente uitvalbeurten in Singapore deden pijn, want de heren waren op weg naar een welverdiende dubbele puntenfinish.

De comeback van Red Bull

Dan is het de beurt aan Red Bull, en we mogen spreken van een ware comeback. De teleurstelling bij Max Verstappen na twee uitvalbeurten in de eerste drie Grands Prix was heel erg groot. Hij zei zelf zo’n twee seizoenen nodig te hebben om de achterstand naar titelconcurrent Leclerc te dichten. In Bahrein, de seizoensopener, verloor Red Bull Powertrains maar liefst drie coureurs.

Verstappen en teamgenoot Sergio Pérez vielen vlak voor het einde van de wedstrijd stil nadat de brandstofdruk wegviel. De Oostenrijkse renstal sprak van een vacuüm in het brandstofsysteem, een probleem dat in ieder geval wel op te lossen viel. Pierre Gasly moest eerder die race de handdoek al in de ring gooien.

Eén race later was het de beurt aan Yuki Tsunoda, die in Saoedi-Arabië motorproblemen ervoer, voor het eerst en meteen ook het laatst dat jaar. Nog een race later was het Verstappen die op spectaculaire wijze, met heel veel rook, tot stilstand kwam in Albert Park na een brandstoflek. Daarmee was het wel meteen klaar: sindsdien hebben motorproblemen niet meer opgetreden bij zowel de Red Bull-coureurs als de AlphaTauri-rijders.

Mercedes spant de kroon

Het constructeurskampioenschap gaat dit jaar niet naar Mercedes, maar de prijs voor meest betrouwbare motor wel. De Duitsers hadden een perfect record, tot aan de Grand Prix van Italië. Daar vielen er twee Aston Martins, Sebastian Vettel en Lance Stroll, allebei in één race weg met motorproblemen. When it rains, it pours, zeggen ze in Engeland: ook Daniel Ricciardo viel er uit. De Australiër ervoer een olielek.

Daarmee hebben we ook meteen de uitvalbeurten van de motoren gehad die afkomstig zijn uit de fabriek in Brixworth. Gemiddeld zitten de coureurs met Mercedes-vermogen op minder dan één uitvalbeurt over een heel jaar, met de twee Mercedes-coureurs die geen enkele keer last gehad hebben van motorproblemen. Wel heeft Mercedes daar ogenschijnlijk snelheid voor ingeleverd, want op het rechte stuk doen ze niet echt meer mee.

Slechts vier Grands Prix zonder motorproblemen

Opvallend is dat er over het hele jaar vrijwel altijd een team was dat motorproblemen ervoer. Dit was, zoals de bovenstaande tabel wel doet vermoeden, meestal Ferrari. Vier Grands Prix zijn verlopen zonder technische uitvalbeurten, waarvan de eerste Imola was. Tien races later, in België, bleven wederom alle auto’s heel op motorisch gebied.

De laatste twee Grands Prix laten de teams zich van hun beste kant zien, want in Japan én de Verenigde Staten viel er niemand weg. Wellicht dat dat ook te maken heeft met het feit dat er rond deze races veel nieuwe motoren gestoken worden, en dat de daaropvolgende gridstraffen voor lief genomen worden. Dat komt de betrouwbaarheid uiteraard ten goede.

De conclusie is dat Ferrari een sterke motor gebouwd heeft die eigenlijk door het hele jaar heen wel kuren vertoond heeft. Bij Alpine waren die kuren er sporadischer, maar leek de impact wel altijd groot wanneer er dan iets misging. Red Bull Powertrains en Mercedes hebben goed werk geleverd in 2022. Met name de cijfers van Mercedes zijn erg indrukwekkend, al helemaal als je je realiseert dat er maar liefst acht auto’s rondrijden met Mercedes-vermogen. Ook om Red Bull kan je niet heen, al helemaal omdat zij qua vermogen toch wel echt bij de top van de sport horen in dit tijdperk.

TOP STORIES