Fallows vol vertrouwen over nieuwe bolide van Aston Martin: ‘95% anders dan in 2022’
Technisch directeur Dan Fallows bespreekt de AMR23, de nieuwe bolide van Aston Martin die onthuld is op maandagavond. Bij Formel1.de geeft Fallows aan dat er veel veranderd is binnenin de auto en bespreekt de toekomst voor de Britse renstal, die er volgens de technisch directeur rooskleurig uitziet.
Het doel van Aston Martin voor 2023 is om weer vol mee te doen aan de bovenkant van het middenveld. Volgens Dan Fallows, de technisch directeur van Aston Martin, is dat zeker mogelijk met de nieuwe bolide. ‘Deze auto is 95% anders vergeleken met vorig jaar’, geeft hij aan. De AMR23 beschikt over een sterk herziene voorvleugel, nieuwe sidepods met een veel agressiever gebogen binnenhelling en een andere motorkap met een grotere inlaat op de rolbeugel.
De veranderingen aan de auto zijn belangrijk voor Aston Martin, dat vorig jaar op een teleurstellende zevende plek ëindigde in het wereldkampioenschap. ‘We willen de teams aan de top uitdagen’, vertelt Fallows, die denk dat dat dit jaar mogelijk is. ‘De auto zoals deze nu gepresenteerd is, is op elk aspect beter dan de auto van 2022’, aldus de Brit.
Investeringen moeten Aston Martin naar de top brengen: ‘We moeten het middenveld gaan leiden’
Ook mede-eigenaar Lawrence Stroll heeft dit doel voor ogen, hij ziet het team zelfs over een paar jaar de wereldtitel bemachtigen. Om dit doel te behalen investeert hij veel in Aston Martin, zoals het uitbreiden van het personeel en het verbeteren van de infrastructuur. Het aanstellen van onder andere Fallows, die eerder werkzaam was bij Red Bull Racing, is hier ook onderdeel van.
Ook heeft Aston Martin een nieuwe coureur als teamgenoot voor Lance Stroll aan de haak geslagen, namelijk niemand minder dan tweevoudig wereldkampioen Fernando Alonso. Hij is de opvolger van Sebastian Vettel, die na het 2022-raceseizoen een punt achter zijn Formule 1-carrière heeft gezet. Alonso gaat ook bij Aston Martin vol voor de punten strijden: ‘We moeten ervoor zorgen dat wij het middenveld gaan leiden.’
