De Sauber-formatie gaat dit jaar het laatste seizoen onder de naam Alfa Romeo in. Voor die afsluitende campagne is het overgestapt op een fraaie livery. De rood-witte kleurstelling is ingeruild voor rood-zwart, hetgeen qua gewicht ook een kleine bonus is. De auto van dit jaar is volgens de Sauber-kopstukken een doorontwikkeling van de C42, het exemplaar van vorig jaar. Gek is dat niet. Zo ligt de focus achter de schermen al grotendeels op 2026 en de transitie met Audi. Andreas Seidl is daar als CEO verantwoordelijk voor en het merk met de vier ringen heeft ook al een minderheidsbelang in de Sauber Group genomen.
Het maakt de komende drie seizoenen oneerbiedig gezegd een soort overgangsjaren. Achter de schermen moet alles er klaar voor zijn om in 2026 met een competitief chassis aan de start te verschijnen, een chassis dat past bij de ambities van Audi. Dat gezegd hebbende, zijn er voordien natuurlijk ook nog sportieve doelen te behalen. De eerste effecten van de Audi-invloed zullen in 2024 merkbaar zijn, dit jaar is er sprake van continuïteit. Reden om het rigoureus anders te doen is er na de zesde plek van vorig jaar bij de constructeurs ook niet, de hoogste notering van Sauber sinds 2012.
Alfa Romeo C43, detail
Foto: Alfa Romeo
De zichtbare veranderingen beginnen bij de sidepods. Alfa heeft daarvoor goed gekeken naar zowel Ferrari als Red Bull. De inlets van de sidepods doen sterk aan Ferrari denken. Het lijkt ook logisch om de Scuderia te volgen qua concept, ook al omdat Alfa Romeo met een Ferrari-motor rijdt. Maar op de sidepods zelf is bij Alfa Romeo niet de badkuip te vinden, die de Ferrari van vorig jaar kenmerkte. Alfa heeft voor de verdere vormgeving juist veel inspiratie gehaald uit Red Bull. Zo is het aflopende profiel van de sidepods geïnspireerd op de RB18 en is de ‘boekenplank’ aan de motorkap eveneens zichtbaar. Het moet net als bij Red Bull de luchtstroom zo optimaal mogelijk naar achteren geleiden.
Alfa Romeo zag vorig jaar al snel dat dit de beste oplossing was, maar kon dat gedurende het seizoen – ook door het budgetplafond – niet aanpassen. “We hebben nu veel aandacht besteed aan het bodywork en de achterkant. Vorig jaar had één team dat als beste voor elkaar”, duidt Monchaux op Red Bull. “Maar zelfs als we die kennis vorig jaar al hadden, konden we het niet zomaar maken. We hadden een nogal extreme oplossing voor de koeling in 2022. Dat was gedurende het jaar niet meer aan te passen.” Het is met andere woorden een totaalpakket en dus is dat pakket afgelopen winter onder handen genomen. Het veranderde bodywork heeft de koeling ingrijpend veranderd. Zo heeft Alfa nu ook koelopeningen bovenop de boekenplank en de sidepods geplaatst, om alsnog het Red Bull-concept te kunnen implementeren. De openingen op de sidepods horen overigens bij de ‘maximale koeling’-configuratie, waardoor die niet iedere race zichtbaar zullen zijn.
De beam wing van Alfa Romeo is ook aangepast ten opzichte van vorig jaar, met ditmaal een golvend patroon op het bovenste element – dat een beetje doet denken aan de achtervleugel van McLaren in 2014. De vloerranden wijken af van de C42, al blijft het zoals gezegd afwachten tot de testdagen in Bahrein.
In Bahrein hoopt Alfa Romeo kennis te maken een auto die naast betrouwbaarder ook meer allround is. Afgaande op simulator heeft Valtteri Bottas goede hoop dat het laatstgenoemde de realiteit is. “Volgens mijn gevoel en ook volgens de cijfers uit de simulator is deze auto meer een allrounder dan die van vorig jaar. Toen waren we snel op langzame circuits en hadden we veel problemen met de balans in snelle bochten.” Met een combinatie van drie verschillende concepten hoopt Alfa Romeo dat voor 2023 te hebben verholpen: de voorkant bouwt voort op de Alfa van vorig jaar, de sidepods doen qua inlets aan Ferrari denken en het aerodynamisch pakket aan de achterkant is van Red Bull afgekeken. Is dit voor Alfa het beste van drie werelden? Het antwoord volgt vanaf 5 maart.