Hoewel het einde van de verbrandingsmotoren in 2035 door het Europees Parlement werd goedgekeurd, zal de Europese Raad op dinsdag 7 maart 2023 niet voor dit verbod stemmen. Verschillende landen, waaronder Duitsland, zijn namelijk tegen deze overgang. 
Algemeen werd gedacht dat het einde van de verbrandingsmotor op 1 januari 2035 definitief geregeld was door Europa. Het was de bedoeling dat tegen dan alleen nog maar elektrische modellen bij de dealers zouden staan. De verkoop van nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor zou dan ook verboden worden. Mogelijk neemt de zaak nog een andere wending, want de stemming van de Europese Raad op dinsdag 7 maart 2023 wordt voor het eerst uitgesteld.
Deur open voor afstel?
Deze aankondiging is een grote verrassing en kan weleens inslaan als een bom. Doorgaans is de behandeling van een tekst door de Europese Raad, waarin de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten zetelen, slechts een formaliteit zodra de maatregelen door de onderhandelaars in het Europees Parlement goedgekeurd zijn. Maar in dit dossier is dat duidelijk niet het geval en zorgt de Europese Raad mogelijk voor een ommekeer.
Het is bekend dat diverse landen zich sterk blijven verzetten tegen het verbod op auto’s met verbrandingsmotor. Dit is het geval in Italië, maar ook in Duitsland, waar de minister van Verkeer, Volker Wissing, de afgelopen weken heeft aangedrongen verbrandingsmotoren ook na 2035 te blijven gebruiken, maar dan wel met CO2-neutrale synthetische brandstoffen. Hij vraagt (lees: eist) een koersverandering in het beleid van de Europese Commissie.
Zonder Duitsland geen goedkeuring
Wat zou er gebeuren als de tekst uiteindelijk niet door de Europese Raad geraakt? Dan moet de regelgeving aangepast worden en komen er wellicht nieuwe voorstellen. Vergeet niet dat beslissingen van de Europese Raad bekrachtigd moeten worden door ten minste vijftien lidstaten die ten minste 65 procent van de bevolking van de Europese Unie vertegenwoordigen. Zonder Duitsland, het dichtstbevolkte land van Europa (84 miljoen inwoners), en waarschijnlijk nog enkele andere landen zoals Italië (60 miljoen inwoners), Polen (38 miljoen burgers) en Bulgarije (7 miljoen) draait dit wellicht uit op een mislukking.
Het (Zweedse) voorzitterschap verkiest dan ook om dit punt uit te stellen, terwijl de Europese Commissie zich zorgen begint te maken over de weerstand. Het sterkste orgaan van de Unie heeft aangegeven gevoelig te zijn voor de bezorgdheid die de laatste tijd is toegenomen: “We willen die beter begrijpen, dus het is voorbarig om te praten over de opties die op tafel liggen”, aldus de woordvoerder van de Commissie. In principe is de Commissie niet gekant tegen bepaalde aanpassingen, met name op het vlak van synthetische brandstoffen. Maar in juli 2021 benadrukte de Commissie ook dat deze technologieën verder ontwikkeld moeten worden om uitzicht te bieden op betaalbare, klimaatneutrale mobiliteit.
Momenteel staat het dossier dus op stand-by. “De Europese Raad zal te zijner tijd op deze kwestie terugkomen”, aldus de woordvoerder van de Europese Raad. Het valt nog te bezien in hoeverre dit uitstel leidt tot een breuk die de hele constructie aan het wankelen kan brengen… Wordt vervolgd.
