Duurtest Hyundai Ioniq 5: lastig kiezen
Rutger Middendorp test auto’s voor Bright. Volg ook ons kanaal.
De bonkige Hyundai was bij introductie onze favoriete elektrische auto. Na de eerste opfrisbeurt is er aanzienlijk meer concurrentie. De halfbroer; de Kia EV6. De sportieveling; de BMW i4. De budgetoptie: de Tesla Model Y RWD.
Daarmee wordt de keuze voor elk van deze auto’s bijzonder lastig. Want het liefst heb ik een betaalbare, fijn rijdende, mooi uitziende, bijzonder ruime, van spectaculair goede infotainment voorziene auto met goed bruikbare rijhulpsystemen, die niet irriteren. Die is er dus niet. Met elk van deze auto’s heb je een goede auto, maar met elk doe je ook een compromis.
Wat de Ioniq 5 nodig heeft om weer unaniem bovenaan te staan? De aanpassingen in het onderstel van dit onderstel heeft geholpen, maar het is logischerwijs geen i4. Daarin zit je lager, die is niet te evenaren als het gaat om rijervaring.
Maar dan de prijs. Daar doet het vooral pijn. De auto die wij reden was een Lounge AWD-variant en kost inclusief alle opties 66.490 euro. De goedkoopste Ioniq 5 kost 48.000 euro. Maar dan is ie wel een stuk kaler dan een standaard Model Y en heeft hij minder rijbereik.
Ik vind het prettig als er een eenduidig aankoopadvies is. Daar had ik je dan ook graag van voorzien. Maar als het om elektrische auto’s gaat zijn er zeker vier auto’s waar je uit te kiezen hebt met elk hun eigen sterke en zwakke punten. Hierna kijken we of daar met de Ioniq 6 nog een vijfde bij komt.