In theorie mogen er tegen 2035 alleen nog maar elektrische nieuwe auto’s in de showrooms staan. Maar dat was zonder het verzet van landen zoals Duitsland gerekend. Het armworstelen is voorbij en er is zojuist een akkoord bereikt tussen de Commissie en Berlijn om de verbrandingsmotor na 2035 toch niet voorgoed de nek om te draaien. Weliswaar onder voorwaarden…
De Europese Commissie werkte al maanden aan een volledig verbod op de verkoop van nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor. Het idee was om de verkoop van auto’s die CO2 uitstoten te verbieden om de klimaatdoelstellingen van de EU – helemaal geen CO2 tegen 2050 – te halen. De tekst riep uiteraard veel reacties op, zowel van constructeurs en de industrie als van het grote publiek. De overstap naar elektrische auto’s brengt verschillende uitdagingen met zich mee, zoals het oplaadnetwerk en de prijs van elektrische auto’s, die lang niet voor iedereen betaalbaar zijn.
Duitsland wint
De afgelopen dagen leken de onderhandelingen tussen de Europese Commissie en Duitsland, het leidende land in dit verzet, steeds beter te verlopen. Op zaterdag 25 maart 2023 bereikten de twee partijen een akkoord: verbrandingsmotoren mogen ook na 1 januari 2035 verkocht worden, maar op voorwaarde dat ze e-fuels gebruiken.
“We hebben een akkoord bereikt met Duitsland over het toekomstige gebruik van biobrandstoffen in auto’s”, schreef Frans Timmermans, verantwoordelijk voor het EU-klimaatbeleid, op Twitter. Een akkoord dat de Duitse minister van Transport Volker Wissing (die er geen geheim van maakte dat hij tegen het voorgestelde verbod was) bevestigde door te zeggen dat “de weg vrij is” en dat “voertuigen met verbrandingsmotor ook na 2035 nog verkocht kunnen worden als ze uitsluitend op CO2-neutrale brandstoffen rijden”.
Italië, dat ook tegen het verbod op verbrandingsmotoren in 2035 is, reageerde ook bij monde van premier Giorgia Meloni: “De strijd voor de neutraliteit is gewonnen, de voorwaarde die nodig was voor de erkenning van synthetische brandstoffen. De e-fuels produceren geen uitstoot en dus is het niet nodig om in technische details te treden. Als de technologie het doel bereikt, is ze bruikbaar.”
Strijd nog niet gestreden?
Is met dit akkoord de strijdbijl definitief begraven? Niet echt. Want Duitsland had graag gezien dat de Commissie een bindende overeenkomst voor de integratie van e-fuels in de wetgeving voor 2035 had aanvaard. Maar dat is niet gebeurd. Het proces zal als volgt verlopen: er komt eerst wetgeving die verbrandingsmotoren in 2035 verbiedt en pas daarna, waarschijnlijk in het najaar van 2023, zal de Commissie een volledig voorstel over e-fuels publiceren in de vorm van een gedelegeerde handeling.
Het voorstel dat de voorwaarden voor het gebruik van synthetische brandstoffen vastlegt, zal dus nog besproken worden tussen Duitsland en de Commissie. Wellicht hebben beide partijen een heel andere visie over deze kwestie. Binnenkort begint dus een nieuwe strijd over de technische bepalingen.
Boze milieuorganisaties
Natuurlijk wekt de ‘flexibiliteit’ van de Commissie tegenover Duitsland woede op bij milieuorganisaties. Greenpeace verklaarde dat “dit misselijkmakende compromis de klimaatbescherming in het transport ondermijnt en Europa schaadt”. Pascal Canfin, hoofd van de Milieucommissie van het Europees Parlement, riep de Commissie op ervoor te zorgen dat toekomstige regels voor e-brandstoffen het vorig jaar bereikte akkoord over de emissienormen voor auto’s respecteren. Het valt nog te bezien welk standpunt de parlementsleden in deze kwestie zullen innemen, aangezien zij voorstander waren van de uitfasering van verbrandingsmotoren tegen 2035. Afhankelijk van de meerderheden zou het kunnen dat het parlement het voor het najaar beloofde aangepaste voorstel van de Commissie blokkeert.-
Duitsland heeft echter al aangekondigd dat het dit niet zal laten gebeuren. Minister van Transport Volker Wissing heeft verklaard dat “wij willen dat het proces tegen de herfst van 2024 afgerond is”.