Motorsport

Sport

Analyse: Hoe reëel is een samenwerking van Honda en Aston Martin in F1?

2026 belooft op motorisch vlak een interessant jaar te worden in de Formule 1. Niet alleen gaat het reglement op de schop – waarbij er afscheid wordt genomen van de MGU-H en het aandeel elektrisch vermogen wordt opgekrikt – ook verschuift er op de grid het één en ander. Zo zal Sauber de Ferrari-motoren inruilen voor Audi en worden Red Bull Racing en AlphaTauri aangedreven door RBPT-Ford in plaats van de huidige Honda-deal. Met Honda is ook meteen de meest interessante speler in dit geheel genoemd.

Voor de nieuwe set regels staan er zes merken ingeschreven bij de FIA: Ferrari, Mercedes, Red Bull-Ford, Alpine, Audi en Honda. De eerste vijf hebben allemaal fabrieks- dan wel klantenteams aan hun zijde, Honda vormt nog een vraagteken. Het merk uit Minato heeft zich ingeschreven zonder partner, hetgeen vooral een besluit is om de opties open te houden en een voet tussen de deur te houden, lees: om de plek aan de onderhandelingstafel te behouden. Niet voor niets liet HRC-voorman Koji Watanabe aan deze website weten: “De Formule 1 beweegt steeds verder in de richting van elektrificatie en CO2-neutraal werken. Dat is ook het doel van ons bedrijf. Daardoor blijft F1 interessant en willen we graag van dichtbij volgen welke richting de sport opgaat.” Door zich in te schrijven houdt Honda een vinger in de spreekwoordelijke pap.

Watanabe voegde deze minstens zo interessante woorden toe: “Sinds we ons hebben ingeschreven, zijn we al door verschillende teams benaderd.” De Japanse kopstukken wilden er niet over uitweiden, al is er eerst met Red Bull gesproken – voorafgaand aan diens keuze voor Ford. Een langere samenwerking met Red Bull bleek lastig doordat Red Bull na het initiële besluit van Honda om formeel te vertrekken al had ingezet op de eigen Powertrains-faciliteit in Milton Keynes. Om dat geen weggegooid geld te laten zijn, moest Red Bull de interne verbrandingsmotor eigenlijk wel zelf maken en zou het alleen de elektrische delen aan Honda kunnen uitbesteden. Dat is logistiek lastig, nog los van het feit dat Honda graag alles zelf maakt in Japan en een eigen stempel wil drukken. Een verlengde samenwerking was – hoe jammer ook – derhalve een gepasseerd station.

Wat kan een deal aantrekkelijk maken voor beide partijen?

Met die conclusie en de andere fabrieksteams in het achterhoofd zijn er onder de bestaande teams eigenlijk nog maar drie opties voor Honda richting 2026: Aston Martin, McLaren en Williams. Het laatstgenoemde team heeft bij monde van James Vowles laten weten niet met Mercedes getrouwd te zijn, al laat Honda doorschemeren een competitieve partner te zoeken. Williams is dat momenteel niet en het valt te bezien of Williams dat binnen afzienbare termijn wordt. Honda kan niet eeuwig wachten aangezien het werk voor 2026 door de meeste motorfabrikanten al is begonnen. Het reglement bouwt weliswaar voort op de huidige regels, maar als Honda echt wil meedoen, moet daar toch eens een klap op worden gegeven. Met McLaren is zoals eerder gemeld gesproken, al ging dat om verkennende gesprekken. McLaren is zich in bredere zin aan het oriënteren op de mogelijkheden, zoals ook blijkt uit het bezoek van Zak Brown aan Red Bull Powertrains.

Dan naar de kern, wat moeten we denken van Aston Martin? Dinsdag kwam het bericht uit Italië dat Honda open zou staan voor een samenwerking met Aston Martin. Ook hier hoort de disclaimer bij dat het zeer prematuur is en ogenschijnlijk om verkennende gesprekken gaat. Vergaande conclusies mogen er niet worden getrokken. Dat gezegd hebbende, kun je met de combinatie Aston Martin-Honda wel twee kanten op redeneren. Enerzijds is het vanuit sportief oogpunt best logisch dat beide partijen in ieder geval met elkaar praten. Zo heeft Honda niet onder stoelen of banken gestoken een competitief team te zoeken en ook een project waar het meer een stempel op kan drukken dan alleen elektrische componenten aan Red Bull Powertrains leveren. Aston Martin kan aan beide voldoen. Zo heeft het team uit Silverstone afgelopen winter een grote stap gezet. Ondanks dat het reglement in 2026 weer gaat veranderen, heeft het aangetoond dat er nu een team staat dat tot goede dingen in staat is. Daar hoort de constatering bij dat de nieuwe fabriek later dit jaar operationeel moet zijn en Aston Martin dan over een moderne faciliteit beschikt en ook alles onder één dak krijgt, hetgeen nu nog niet zo is in de achterhaalde fabriek. Doordat Honda bij een samenwerking de volledige motor maakt, kan het merk alles in Japan doen – zoals in de huidige succesperiode met Red Bull ook gebeurt.

analyse: hoe reëel is een samenwerking van honda en aston martin in f1?  

Als we het vanuit Aston Martin bekijken, zijn er sportief ook  aanknopingspunten. Zo heeft Lawrence Stroll geen geheim gemaakt van zijn ambitie in de Formule 1: wereldkampioen worden, als het even kan met zijn eigen zoon. Alhoewel dat laatste niet makkelijk zal worden, krijgen de plannen van Stroll senior wel steeds meer vorm. Anno 2023 blijkt het halen van stercoureur Fernando Alonso een goede zet, is de van Red Bull overgekomen Dan Fallows goud waard en ligt er met onder meer de nieuwe fabriek een visie voor de langere termijn. Aston Martin laat vooralsnog zien dat het mogelijk is om Mercedes als klantenteam voor te blijven, al is het gezien de torenhoge ambities op lange termijn natuurlijk niet ideaal als je klant bent van één van je grootste concurrenten. De huidige opmars laat zien dat het niet onoverkomelijk hoeft te zijn, maar als er een alternatief is dat minstens net zo goed is of momenteel zelfs beter (kijkende naar de Honda-motor) dan valt daar op zijn minst over na te denken. Ook al omdat beide partijen dan een gezamenlijk doel nastreven en de focus van de motorleverancier dan volledig op één partij zal liggen. Het is simpelweg anders samenwerken.

De haken en ogen: versnellingsbak, aandelen Wolff en de band met Mercedes

Met een andere blik naar de zaak gekeken, zijn er natuurlijk net zoveel haken en ogen aan te dragen. Die haken en ogen zijn tweeledig: sportief en commercieel. Op sportief vlak heeft het wisselen van motorleverancier veel meer gevolgen dan hierboven beschreven. Zo gebruikt Aston Martin momenteel bijna ‘de gehele achterkant’ van Mercedes, zoals Lewis Hamilton al gechargeerd zei. Feit is dat de versnellingsbak en de achterwielophanging samenhangen met de Mercedes-motor die Aston Martin nu gebruikt en dat een wissel dus ook betekent dat Aston Martin die onderdelen volledig zelf moet maken, een uitdaging.

Het vormt een risico en stelt het team voor extra werk, al zou dat in de nieuwe fabriek en met de aanwinsten van de voorbije jaren in theorie niet onoverkomelijk zijn. Of zoals Dan Fallows zegt: “We zijn erg open-minded op dit vlak. Dit team heeft veel aan de relatie met Mercedes te danken, waardoor we die keuzes erg zorgvuldig moeten maken. Als we iets zelf willen doen, moeten we er zeker van zijn dat we het minstens net zo goed kunnen en idealiter beter. Richting de toekomst ligt alles open. Lawrence is altijd heel open en eerlijk over zijn ambities met dit team en dus moeten we kijken welke vervolgstap ons dichter bij die ambities kan brengen.” Dat zo’n stap niet onmogelijk is, heeft Sauber recent bewezen. Om de weg te plaveien voor het Audi-tijdperk maakt dat team de versnellingsbak intussen ook zelf en rust het niet langer enkel op Ferrari.

Naast het sportieve plaatje speelt er bij Aston Martin-Honda natuurlijk nog een groter geheel. Zo is de band tussen Aston Martin en Mercedes op automotive-vlak nauw (met Mercedes-motoren in de Aston Martin-auto’s) en bezit Mercedes-teambaas Toto Wolff aandelen. Deze dingen lijken het inruilen van Mercedes voor Honda een stuk onwaarschijnlijk te maken, al blijkt het verhaal ietwat genuanceerder. Zo is de huidige relatie tussen straattak en racetak vooral dat de naam Aston Martin voor tien jaar aan het Formule 1-team mag worden verbonden. De verdere link is beperkt. Het F1-team is in essentie nog steeds ‘team Silverstone’ waarbij Stroll de naam Aston Martin deels aan het team heeft gegeven vanwege de uitstraling en dus de marketingwaarde voor het sportwagenmerk. Dat laatste heeft effect, al kan Stroll richting 2026 een andere koers varen als dat beter blijkt voor zijn sportieve doelen. Oftewel: als een deal met Honda uiteindelijk gewenst zou blijken, kan Stroll de identiteit van F1-team loskoppelen verder van het automerk als dat nodig is. Commercieel is dat gezien het huidige effect van de Formule 1 op de Aston Martin-aandelenkoers misschien niet gewenst, maar die mogelijkheid bestaat wel. Het zou de weg zelfs vrij maken om Honda – aangezien het als enige afnemer van die motoren dan een soort fabrieksconstructie is – meer exposure te geven, al is dat in deze fase nog te prematuur.

De factor Martin Whitmarsh

Slotsom is dat alle resterende teams en motorleveranciers nu hun opties verkennen richting 2026. Dat Honda en Aston Martin elkaar op de radar hebben, is niet vreemd. Sportief kunnen de wensen van beide partijen zoals uitgelegd bij elkaar aansluiten en commercieel valt er in ieder geval in theorie een mouw te passen aan enkele pijnpunten die er zijn. Eén schakel is nog onderbelicht gebleven en luistert naar de naam Martin Whitmarsh. Hij heeft het huwelijk tussen McLaren-Honda in de tijd van Ayrton Senna meegemaakt en speelde ruim twee decennia later een belangrijke rol in de hereniging van beide merken. Die stint is zoals bekend niet goed afgelopen, al was Whitmarsh daar later niet meer bij betrokken. Zelf zei hij daarover: “Ron Dennis koos voor de agressieve aanpak en daardoor klapten mensen dicht. Ron en ik zijn cultureel heel anders, dat waren we in het team al. Hij is van het motto ‘tegen niemand iets zeggen, onze informatie moet geheim blijven’, terwijl mijn kijk op samenwerken heel anders is. Ik denk dan: als je mensen niet vertrouwt, dan moet je er in de eerste plaats al niet mee samenwerken. Het is heel arrogant om te zeggen, maar ik had McLaren en Honda wel kunnen laten werken. Dat hadden we in het verleden ook al bewezen.”

Whitmarsh liet destijds nog enkele quotes optekenen die nu weer boven komen. Zo prefereerde hij ook toen een samenwerking met Honda boven een klantenmotor van Mercedes. Achteraf kun je zeggen dat McLaren in 2015 gewoonweg bij Mercedes had moeten blijven aangezien zij de beste krachtbron hadden, al speelden andere factoren ook een rol. Whitmarsh redeneert verder: “Je krijgt niet vaak de kans om een fabrieksdeal te sluiten met een motorleverancier. Maar als je die kans krijgt, dan moet je hem pakken. Je moet namelijk goed bedenken wat ervoor nodig is om op lange termijn te kunnen winnen.” Whitmarsh is nu de rechterhand van Stroll bij Aston Martin en dus komt de vraag op: is dit momenteel weer een gedachte die heerst? Voor het antwoord geldt natuurlijk dat de tijd het zal leren, maar een interessante overpeinzing is het op z’n minst…

TOP STORIES